April 1913.] Overzicht van eenige Tijdschriften.
zullen krijgen aan worpvuur. Het aanvankelijk gebezigde krombaan-
geschut zal in die periode niet meer gebezigd kunnen worden. Kan
de handgranaat tot 50 a 60 M. worden gebruikt, van 60400 M. moet
men naar andere middelen omzien. Daarvoor wil S. draagbare mor
tieren bezigen, die hij voor Nederland hoe eer hoe beter wenscht te
zien aangeschaft. Zoo noodig zou de Coehoornmortier voorloopig voor
dit doel kunnen worden ingericht.
S. is geen voorstander van geweergranaten, omdat op den afstand
tot 60 M. de handgranaten beter voldoen en deze thans reeds zoodanig
zijn ingericht, dat ongelukken voor de werpers niet meer zijn te vreezen.
Yan 60 400 M. verwacht S. meer afdoende resultaten van de door
hem voorgestelde mortieren.
De Kapitein K. E. Oudendijk vervolgt zijn artikel „Een handleiding
voor alle wapens". S. bespreekt in dit gedeelte de algemeene inrich
ting van duurzaam versterkte stellingen.
Vestigen we mede nog de aandacht op het artikel „De ontwikkeling
der militaire luchtvaart in Frankrijk van Januari 1911 tot Mei 1912.
De schrijver, Luitenant Jhr. Alting von Geusau, behandelt daarin
allereerst de wet, betreffende de reorganisatie der militaire luchtvaart
van 29 Maart 1912, terwijl daarna een afzonderlijk hoofdstuk aan de
luchtschepen wordt gewijd. Het artikel geeft ons een goed overzicht
van de moeite en kosten, die Frankrijk zich getroost om althans op
dit gebied een voorsprong op zijn buurman te hebben.
Voorts zij nog gewezen op een kort artikel van den Kapitein C. C.
de Gelder, getiteld: „Opleiding voor den patrouilledienst". Wel is
waar, zoo zegt S., kent ons Velddienst-Voorschrift verschillende
soorten van patrouilles, maar de verschillen betreffen meer de leiding
door den patrouillecommandant dan de handelwijze der manschappen.
Van alle patrouilles is in hoofdzaak de taak:
le. uitvorschen, wat men wenscht te weten;
2e. partijtrekken van het terrein bij het volvoeren van die taak;
3e. het omzetten, van wat men te weten is gekomen, in een bericht;
4e. de zorg, dat dit bericht te bestemder plaatse komt.
S. geeft alsdan een schema aan van de wijze, waarop de opleiding,
zoowel van den man individueel, als van de patrouille zou kunnen
geschieden.
Ten slotte vallen nog de volgende artikelen te vermelden:
„Een overgangsmiddel in polderterrein", door luit. G. Voute,
„Oogverwondingen door losse patronen," en „Het ontmoetingsgevecht
der 5e Inf. Div. op 16 Aug. 1870," door Kapitein J. N. Bruyn.
438