w Tactische Oefening op de kaart. Oplossing uan Oefening Ilo 9. Aangezien de afstand van Tjiandjoer tot de driesprongen bij Tjikem- bang en Leuwigoöng ongeveer 45 K, M. bedraagt, is eene ontmoeting met de vijandelijke ruiterij op den 5den April zeer waarschijnlijk. Dat sterke Inf. afdeelingen vaD den vijand nog dien dag Soekaboemi zou den bereiken, is daarentegen-hoewel met geheel ultSes'ot,e°-ze®^°' waarschijnlijk te achten, daar niet is aan te nemen, dat de gelande vijand belangrijke operatiën zal beginnen vóór hij zijne operatiebasis behoorlijk heeft ingericht. Op zijn minst zuilen vijftal dagen gemoeid zijn, zoodat 's vijands hoofdmacht met voor den 5den April den opmarsch naar het binnenland zal kunnen aanvangen en op zijn vroegst den 6den des avonds Soekaboemi kunnen bereiken. Intusschen k!n het grootste deel der N. I. troepen te Tjiandjoer zijn uitgeladen, en beschikbaar zijn om den vijand den verderen op marsch in de richting van Bandoeng te beletten. Daar de Ct der 4de Brigade reeds rekening moet houden met net voornemen van den A. B., den vijand nabij pl. 51 tot staan te brengen, is het niet voldoende, Tjiandjoer tegen het vijandelijk Int.- en Art vuur te beveiligen, doch zal hij reeds dadelijk door de beschikbare troepen eene stelling ter hoogte van pl. 51 moeten doen innemen, al waar de A. B. voornemens is den beslissenden strijd te voeren. Hoofdzaak bij de uitvoering van de door den Br. Ct ontvangen opdracht is daarom het afsluiten van het defile van Gekbrong. Hier moet het gros van het detachement worden bijeengehouden Het zou verkeerd zijn de aanwezige troepen te versnipperen met het doel alle wegen af te sluiten, waarlangs de vijand slechts door het verrich ten van eene tijdroovende omtrekking Tjiandjoer zou kunnen bereiken. Het is voldoende deze wegen door eene enkele patrouille te doen °bSleIhtsevoor één weg moet hier eene uitzondering worden gemaakt, namelijk voor de verbinding tussehen Kg Lampegan en H. ijireung- has (O. en W. van den tunnel.) Daar toch de vijand over eene sterke Cavalenemacht beschikt, ligt het voor de hand, dat deze - zich bij Gekbrong den doortocht versperd ziende zal pogen langs dezen weg in de richting vani Tjiandjoer■door te dringen. Afzondering van eene kleine troepenmacht om dit hinderen, althans te bemoeilijken, is dan ook gerechtvaardigd. Voorts is het gewenscht, tot de aankomst van het eerstvolgen echelon, eene zwakke afdeeling tot rechtstreeksrhe beveiliging van het station Tjiandjoer achter te laten. 4 4 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 123