442 April 1913.] Tactische Oefening op de Kaart. Eene enkele opmerking over het gebruik van de Cavalerie. In verband met hare geringe sterkte zal zij in de eerate plaats voor de eigen beveiliging moeten worden aangewend. Slechts eene enkele patrouille zal ter verkenning kunnen worden vooruitgezonden. Bij de keuze der stelling, welke door het Detachement nabij Gek- brong zal worden ingenomen, valt de aandacht in de eerste plaats op de hoogten G. Poentang (955) en G. Boeboet (9*6). Het doen be zetten van deze heuvels kan echter niet als afdoende worden be schouwd, aangezien de voornaamste naderingsweg, de rijweg Soeka- boemi Tjiandjoer, zij het ook slechts op 1500 M. afstand van deze toppen, bijna geheel door begroeiingen aan het oog is onttrokken. Heeft de vijand eenmaal Gekbrong bereikt, dan is eene omtrekking van den Noordelijken vleugel niet meer te beletten. Een opmarsch des vijands lang dezen rijweg moet dus zoolang mogelijk worden ver hinderd, hetgeen is te bereiken door een afdeeliug aan den weg te plaatsen, welke eene opstelling zou kunnen vinden achter het riviertje, dat 300 M. ten Z. W. van pl. 52 den rijweg snijdt. Door opruimingen van vrij geringen omvang zal het mogelijk zijn van bovengenoemde hoogten dit riviertje met Art. vuur te enfileeren, en op eenige punten van den rijweg uitzicht te verkrijgen. De nadering over Lampegan kan aanmerkelijk worden vertraagd door den G. Masigit (732) te doen bezetten, van waar af de N. O. uitgang van den tunnel, alsmede het knooppunt van wegen bij Lam pegan, worden beheerscht. Daar hiertoe door den A. B niet uitdrukkelijk last werd gegeven, mag noch de tunnel, noch eenig ander belangrijk kunstwerk worden vernield. In verband met den afstand tot den vijand kan hier wel worden ge waagd, de voor de bezetting van den G. Masigit (732) aangewezen troepen per spoor te vervoeren, des noods tot aan de halte Tjibeber. Het treffen van bijzondere veiligheidsmaatregelen blijft hierbij echter raadzaam. (V. V. 78.) Aan de hand van bovenstaande overwegingen geeft de Ct. der 4de Br. de volgende bevelen uit: 4de Brigade. NoTjiandjoer, 5 4 '13, 5.30 v.m. Marschbevel voor den oden April 1913. Troepenindeeling. 1. Vijand ter sterkte van 2 Divisies is 1 April aan do Wijnkoopsbaai geland. 1. 1 oorhoede. Zijne Cavalerie, sterk 2 Eegimenten, Ct. Majoor B. heeft 4 April de driesprongen bij Tji- le en 2de Comp. van Inf.IV. kembang en Leuwigoöng bezet. 1 sectie Mitr. 2. De N. I. troepen zullen nabij pl. 51 1/2 peloton Cav. aan den rijweg SoekaboemiTjiandjoer 1 sectie Genie. den vijand het verder oprukken beletten. 3. De te Tjiandjoer aanwezige troe- -4- 1000 M. pen zullen de uitlading der overige troe pen aldaar dekken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 124