April 1913,] De Militair-Politieke Toestand
Het oefeningsprogramma werd op de gewone, nauwgezette
wijze afgewerkt, zonder belangrijke verschillen met vorige
jaren. Alleen vervielen de Cavaleriemanoeuvres, omdat twee
biigades Cavalerie aan de Keizerlijke manoeuvres deelnamen.
In het afgeloopen jaar werden voor het eerst groote oefenin
gen met treinbataljons gehouden (1).
In de zomermaanden hadden de gewone inspectiën van de
divisiën door de legerinspecteurs plaats. Om een denkbeeld te
geven van hetgeen zoo'n inspectie in Japan beteekent, wordt
hieronder eene beschrijving daarvan openomen met vermel
ding van de daarbij gemaakte aanmerkingen, ontleend aan de
„Heiji Kai" 142.
Inspectie oner de opleiding Don den enheien man.
1De richting.
De inspecteur ging nauwkeurig de opstelling eener klasse
op 2 gelederen na. De richting was zeer goed, zoowel zijde
lings, als het gedekt zijn van den achterman op zijn voorman.
Daai en tegen waren de tusschenruimten hier te klein en daar
te gioot, als een gevolg daarvan, dat de soldaat er alleen op lette
nauwkeuiig gericht met zijn nevenman en gedekt op zijn voor
man te zijn, zonder aandacht te schenken aan de tusschenruimten.
2. De stilstaande houding.
De inspecteur vroeg een soldaat waar hij zijne oogen op
geiicht hield; het anwoord luidde: op den denneboom recht
vooruit. Echter was de man niet in staat iets omtrent dien
boom mede te deelen, wanneer hij er niet naar keek. De
inpecteur vond hierin aanleiding er op te wijzen, hoe noodig
het is den manschappen te leeren goed uit hunne oogen te
kijken en hun geheugen te gebruiken, hetgeen hun, op post
staande of op patrouille zijnde, van groot nut zal zijn. Ook
vond de inspecteur het noodig, dat de soldaat een bepaald punt
en niet eene lijn in het oog nam.
Bij vele manschappen werd opgemerkt, dat de linkerschouder
iets achter de frontlijn gehouden werd, terwijl toch beide
332
(3) I. M. T. 1912 blz 752.