April 1913.] De Militair-Politieke Toestand
4. Het „over" nemen en het presenteeren van het geweer,
het opzetten en afnemen van de bajonet.
De inspecteur vroeg de manschappen, waarom gedurende het
„over" nemen van het geweer de monding noch naar rechts,
noch naar links mag overhellenhet antwoord was over het
algemeen bevredigend. Daarentegen werd onvoldoende ge
antwoord op de vraag, waarom de monding niet te hoog en
niet te laag mag zijn, wanneer het geweer op den schouder
gedragen wordt. Verder maakte de inspecteur aanmerking
op het naar voren hellen van de monding van het geweer
bij de tweede beweging van het „over" nemen, het niet stil
blijven liggen van het geweer, wanneer bij de vierde beweging
de linkerhand in de houding teruggebracht werd en op het
naar links of rechts overhellen van het geweer en niet stil
houden van het lichaam bij het oplichten van het geweer.
Vele manschappen lieten den rechterschouder zakken bij
de eerste beweging van het „over" nemen en het presenteeren.
Naar aanleiding hiervan merkte de inspecteur op, dat het
presenteeren wel niets met de slagvaardigheid te maken heeft,
doch als eerbewijs van belang is. Een post, die op correcte
wijze het geweer presenteert, maakt een goeden indruk en
daarom vermaande de inspecteur den soldaten ook deze be
weging met ernst te beoefenen.
Met uitzondering van één geval liet het opzetten van de
bajonet niets te wenschen over. Het verliezen van de bajonet
gedurende het gevecht komt niet alleen voor, wanneer zij
nog niet opgezet is, maar ook, wanneer zij niet op behoorlijke
wijze opgezet is. Volgt een handgemeen, dan kan het verlie
zen van de bajonet natuurlijk noodlottige gevolgen hebben.
Zonder dat de onderwijzer het bemerkte, geschiedde het
afnemen van de bajonet niet overal op de voorgeschreven
wijze. In plaats van de greep met volle linkerhand te grijpen,
kwam het namelijk voor, dat de man alleen met den duim
en de palm van de hand en de vier vingers uitgestoken de
greep omvatte
5. Laden en ontladen; liet vuren.
334