van Japan in 1912. [April 1913. Zijn u bij de theorie over de eereteekenen ook afbeeldingen getoond Welke eereteekenen draag ik? Hoe oud zijn uw compagnies-en uw groepscommandanten? Hoe oud zijn uwe ouders? De inspecteur liet ook officieren theorie houden, waarbij bleek, dat deze niet altijd het gewicht van het door hun behandelde begrepen. Hij wees er op, dat het noodig is zich voor elke theorie ter dege voor te bereiden, en vooral zich toe te leg gen op het gebruik van eenvoudige en duidelijke uitdrukkingen. Den aspirant-officier bij eene compagnie werd het volgende gevraagd, c. q. opgedragen: Wat is het doel van Uw verblijf bij het regiment? Verklaar den soldaat het begrip van eer. Geef een overzicht over de geschiedenis van het regiment. Welke verhouding bestaat er tusschen het officierskorps en den aspirant-officier? Wat verstaat men onder het officierskorps? Welke waren de oorzaken van den oorlog tusschen Japan en Rusland Over het algemeen waren de antwoorden niet bevredigend. De betrokken compagniescommandant deelde mede, dat de aspirant-officier dezelfde opleiding als de gewone soldaat volgde en dus nog geen of weinig onderricht in de gevraagde on derwerpen ontvangen had. De inspecteur wees op het verkeerde daarvan: de aspirant-officier is bij zijne indiensttreding veel meer ontwikkeld dan een gewoon soldaat, zoodat het theo retisch onderricht verschillend zijn moet; hij was er vooral op gesteld, dat dadelijk na aankomst bij het regiment den aspirant officier onderricht in de regimentsgeschiedenis werd gegeven. De inspecteur vroeg deneenjarisreD vrijwilligers het volgende Waarom zijt gij eenjarig vrijwilliger geworden? Hoe dacht gij over het leger, vóórdat gij in dienst kwaamt Zijt gij gewend aan den dienst? Toen een eenjarige vrijwilliger antwoordde, dat hij reserve- 337 I. M. T. 1913. 23.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 19