April 1912,] De Militair-Politieke Toestand
Fukushima, Miyazaki, Shimane, Aichi, Ishakawa, Nagano, Ka-
goshima, Aomori, Oshamambe, Tochigi en Kochi; bovendien
3 groote weideplaatsen en 1 hengstveulendepöt.
De dekhengsten worden zoowel in het buitenland als in
het binnenland aangekocht. In de jaren 1906 t./m 1911 werden
ingevoerd 495 dekhengsten, die aanleiding gaven tot de ge
boorte van ongeveer 43000 veulens.
In 1912 werden in het buitenland aangekocht 80 fokheng-
sten en merriën, n.l. Engelsch volbloed, Hackney, Cleveland
bay, American trotter, American saddlehorse, Clydesdale (zwaar
trekpaard), Anglo-Norman (halfbloed, gekruist van Normandisch
zwaar trekpaard met Engelsch volbloed), Anglo-Arabier (ge
kruist van Engelsch volbloedhengst en Arabische merrie),
Porcheron (zwaar landbouwpaard), Brabant (zwaar landbouw-
paard), Trakehner, Orlev Rostopchine, Gidran, Nonius, Nodostar,
Berber (uit Algerië), Arabisch volbloed (gefokt in Engeland
Franrijk en Hongarije)
Een bedrag van 400000 yen was voor den aankoop toegestaan.
In 1924 hoopt men 1500 staatshengsten te hebben. Elke
hengst dekt jaarlijks 35 40 merriën. De veulens, welke voor
fokhengst geschikt geacht worden, gaan, als zij 2 jaar oud
zijn, naar het veulendenpöt, waar zij blijven tot hun vierde
jaar, om alsdan in eene stoeterij als dekhengst op te trodeD.
Op de oorlogsbegrooting voor het dienstjaar 1912/13 was
voor het Departement voor de paardenfokkerij uitgetrokken
1892462 yen.
Wapening en leclinieb.
De verwapening der bergartillerie werd in het afgeloopen
jaar beëindigd. Niettegenstaande de gebruikelijke geheimzin
nigheid is niet verborgen gebleven, dat de stabiliteit van het
nieuwe stuk gedurende het vuur en ook het ballistisch ver
mogen tegengevallen zijn.
De Cavalerie had op het einde van 1912 de nieuwe karabijn
met bajonet nog niet ontvangen.
342
(1) Naar opgave van het Ministerie van Oorlog. Volgens courantenberichten
was ongeveer de helft der ingevoerde paarden in Australië aangekocht.