Beschouwingen over het Velddienstvoorschrift. [April 1913.
a. de voorhoede met hare onderdeelen, w. o. de voorhoe-
decavalerie,
b. de achterhoede met hare onderdeelen,
c. flankdekkingen,
nog de volgende veiligheidsafdeelingen zijn te onderscheiden
cl. patrouilles en zijtroepen door de hoofdmacht uitgezonden.
Nimmer zullen deze verschillende afdeelingen, waar zij een
zelfde colonne beschermen, onder een „commandant der vei
ligheidstroepen" zijn vereenigd, zoodat de uitdrukking aan
het slot van p. 54 feitelijk minder juist is.
De voorschriften omtrent de achterhoede verschillen weinig Achterhoede
van die in den L.B.V. Slechts is er, wat betreft terugtochts-
marschen, in p. 74 (1) de aandacht op gevestigd, dat de achtei-
hoede niet op ondersteuning door de terugtrekkende hoofd
macht mag rekenen en in p. 75 (6), dat bij de vaststelling
van den afstand tot de hoofdmacht met mogelijke vertraging
in den marsch van deze moet worden rekening gehouden.
Door den „marschveiligheidsdienst" uit het onderdeel Marsch-
„oorlogsmarschen" en den „voorpostendienst" uit het Hoofd-
stuk „Legering" te lichten en beide in Hoofdstuk II onder bijzondere
„Veiligheidsdienst" op te nemen, werd eene meer logische °™set^,g"
groepeering van het V.V. verkregen. Daarbij zijn ook de
veiligheidsdienst bij nacht- en de geheime marschen van de
uitvoering gescheiden, hetgeen m.i. minder aanbeveling ver
dient, omdat de beveiliging van dergelijke marschen te nauw
samenhangt met de geheele regeling van den marsch, zooals
ook daaruit blijkt, dat deze beveiliging nu niet alleen in de
punten 76 en 77 wordt behandeld, maar ook in p. 199 (6),
(7), (11), (13) en (14). Wellicht zou het daarom de voorkeur
verdienen om alles, wat deze marschen betreft, in p. 199 te
vereenigen en bij den marschveiligheidsdienst in bijzondere
omstandigheden naar dit punt te verwijzen.
Ook het onderscheid, dat in de punten 76 en 77 tusschen
nacht- en geheimemarschen wordt gemaakt, schijnt minder
goed te zijn vol te houden, want in Hoofdstuk III (Marschen)
worden uitsluitend de nachtmarschen behandeld (p. 185 en 199),
357
