April 1913.] Beschouwingen ovee het Velddienstvoorschrift in dl. II uitsluitendde geheimemarschen, die volgens p. 304 tegenover den I. V.niet anders kunnen worden uitgevoerd dan in de duisternis of in bedekt terrein. Genoemd onderscheid is ook niet duidelijk, want bij vrijwel elke nachtelijke oorlogsmarsch zal de meest mogelijke geheim houding gewenscht zijn. Om deze bewering toe te lichten, dient eerst te worden nage gaan om welke redenen nachtmarschen kunnen worden onder nomen. Zij kunnen noodig zijn 1° om te groote hitte over dag te vermijden (p. 185(1)); (Een zoodanige marsch kan volgens p. 185 (3) tevens een geheime marsch zijn. Het blijven echter marschen buiten het bereik van den vijand, zoodat p. 76, als handelende over den marschveiligheidsdienst, er geen betrekking op heeft.) 2° tot voorbereiding van een aanval bij het aanbreken van den dag (G.H p. 122 (3) sub b); 3° tot voorbereiding van een aanval bij nacht (G.H.p. 122 (3) sub c), dus een onderdeel van eene overvalling vormende; 4° omdat de vereischte spoed er toe noodzaakt nacht en dag door te marcheeren (geforceerde marschen. V.V.p. 188(2)); 5° om den volgenden dag een gunstiger troepenopstelling te verkrijgen (to out-manoeuvre an enemy), b.v. b. om: den vijand te overvleugelen, een tactisch of strategisch belangrijk punt eerder te bezetten, zich aan den vijand te onttrekken, op een beslissend punt troepen samen te trekken, troepen (reserves b.v.b.) van het eene deel van het gevechts- veld naar het andere te verplaatsen, enz. Wanneer men niet door meer voorwaarts opgestelde troepen voldoende is beveiligd, behoort, ter wille van de eigen veiligheid, bij de nachtmarschen, hierboven bedoeld sub 2 t/m 5, de grootst mogelijke geheimhouding te worden betracht. Alleen in zeer open terrein, zooals in Ned.-Indië bijna niet voorkomt, kan eene colonne des nachts absoluut tegen elke vijandelijke onderneming worden beveiligd. Behoeft men bij dagmarschen 358

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 40