Beschouwingen over het Velddienstvoorschrift [April 1913.
de voorpostendetachementen rechtstreeks ondergeschikt wa
ren aan den voorpostencommandant en de veldwachten
aan de commandanten der voorpostendetachementen, teiwijl
het onderscheid tusschen beide laatstgenoemde soorten
van veiligheidsafdeelingen in dien Leidraad voor iedeieen
begrijpelijk was, thans wordt in p. 92 (2) dit onderscheid af
hankelijk gemaakt van de sterkte der veiligheidsafdeelingen,
(1) hetgeen aanleiding geeft tot de meening, dat vooipostende-
tachementen en veldwachten tegelijk rechtstreeks onder de be
velen van den voorpostencommandan kunnen staan. Toch
is, zooals uit andere punten van het voorschrift blijkt, het
onderscheid tusschen voorpostendetachementen en veldwachten
in hoofdzaak hetzelfde gebleven als vroeger. Volgens p. 110(1)
beveiligt het voorpostendetachement zich door veldwachten,
volgens p. 103(3) bepaalt de voorpostencommandant ongeveer
de plaats van de voorpostendetachementen, terwijl in het
geheele hoofdstuk geene enkele aanwijzing is te vinden,
waaruit zou kunnen worden opgemaakt, dat hij ook de plaats
van eene veldwacht kan aangeven. Volgens p. 117 ontvangt
de veld wachtcommandant zijne bevelen van den Commandant
van het voorpostendetachement en bepaalt deze de plaats der
veldwachten. Volgens p. 103 (3) worden de voorpostendeta
chementen, volgens p. 110 (3) de veldwachten van elk vooi-
postendetachement van den rechtervleugel af doorloopend
genummerd. In p. 134 (1) komt de volgende uitdrukking
voor: „het voorpostendetachement, waartoe de veldwacht
behoort." Ten slotte zullen bij voorpostenopstellingen, die
gedurende meerdere dagen moeten blijven, de voorpostendeta
chementen volgens p. 102 (1) veelal om de 2X-U UUL de
veldwachten als regel om de 24 uur worden afgelost. Uit
deze verschillende punten blijkt dus duidelijk, dat een voor
postencommandant, die eene veldwacht tot rechtstreeksche
beveiliging van de hoofdmacht in de lijn der voorpostende-
363
(1) In verband met deze wijze van onderscheiden zou de vra ig kunnen rij
zen, wat men onder eene cavalerieveldwacht dient te verstaan (p. 143(7), 145
en 152).