April 1913.] Beschouwingen over het Velddienstvoorschrift.
hiervoor noodig 12 man. Heeft men verder 1 patrouille in
de postenlinie met 1 aflossing, dan komen hiervoor er 4 man
bij, totaal dus 40 manschappen, terwijl eene sectie op oorlogs
terkte waarschijnlijk niet sterker zal zijn dan 35 fuseliers
thans 30 a 33). Bovendien kunnen voor observatie- of gede
tacheerde posten, dan wel voor den patrouillegang meer
manschappen vereischt worden, terwijl ook de fuseliers, die
noodig zijn voor het geleiden van transporten en voor het
bereiden der maaltijden, buiten beschouwing zijn gebleven.
Baar een voorpostendetachement van 1 compagnie uit den
aaid der zaak te zwak zal zijn om 2 veldwachten, elk 11/2
sectie sterk, vooruit te zenden, om niet te spreken van de
patrouilles, die van het detachement uitgaan, kan ook voor
de maximum sterkte van eerstgenoemde veiligheidsafdeeling
niet worden volstaan met de in het V. V. aangegevene.
Verken- In het voorgaande kwam reeds even de verkenningsdienst
mnbfd"st biJ de voorposten ter sprake. Teneinde de over verschillende
voorposten, punten verspreide voorschriften, die hierop betrekking hebben,
in hun onderling verband te behandelen, is het beter aan
dezen dienst eene afzonderlijke beschouwing te wijden, waar
aan dient vooraf te gaan een algemeen overzicht van het
gebruik der cavalerie bij de voorposten.
Veiligheids- In het Y. V. worden onder „Voorpostendienst" 3 soorten van
cavalerie, veiligheidscavaïerie genoemd, n.l:
1°. voorpostencavalerie (p. 143 t/m 146);
2°. cavalerieaangewezen voor strategische beveiliging (p. 147) en
3 zelfstandig optredende cavaleriedie in haar eigen beveili
ging voorziet (p. 150 tm 157).
ad 1. De voorpostencavalerie staat onder de bevelen van den voor
postencommandant en kan
a. over de veiligheidsafdeelingen worden verdeeld, in welk
geval voor haar commandant vrijwel geen taak is weggelegd,
daar hij zich, volgens p. 143 (6), als regel bij de voorposten
reserve zal ophouden, terwijl volgens p. 111 de commandan
ten der voorpostendetachementen den dienst regelen van de
hun toegevoegde cavalerie en volgens p. 146 de commandant
366