Beschouwingen over het Velddienstvoorschrift [April 1913. der voorpostenafdeeling, aan welke cavalerie is toegevoegd, de verpleging der paarden regelt; b. in haar geheel onder bevel van den commandant der voorpostencavalerie blijven (p. 103(4) en p. 143(7)). Cavaierie dient tot strategische beveiligingwanneer zij de flanken van eene niet aangeleunde voorpostenopstelling en van de daarachter gelegen troepenmacht bewaakt, dan wel belangrijke, ver verwijderde punten in het voorterrein (b.v.b. rivierovergangen of défilés) bezet. In zoon geval behoort die cavalerie niet tot de voorposten en is haar commandant rechtstreeks ondergeschikt aan den A. B, terwijl zij in haar eigen beveiliging voorziet. De voor dit laatste doel aange wezen veiligheidsafdeelingen verrichten hun dienst geheel overeenkomstig de punten 150 t/m 157. Het mag als eene groote verbetering worden beschouwd, dat thans in het V. V. deze verschillende gevallen duidelijk zijn onderscheiden, dat de taak van de voorpostencavalerie is omschreven (p. 143(1)) en dat aanwijzingen zijn gegeven omtrent de door haar in te nemen plaats in de voorposten- opstelling (p. 143 (7)), terwijl vroeger in p. 125 L. B. V. wel was voorgeschreven, hoe dit gedeelte der veiligheidstroepen hare opdracht moest vervullen, maar overigens de Leidraad vrijwel geene aanwijzingen gaf omtrent bet gebruik, dat de voorpostencommandant van de cavalerie moest maken, noch omtrent de plaats, welke de voorpostencavalerie moest innemen. Ook was vroeger niets voorgeschreven omtrent de wijze, waarop zelfstandig optredende cavalerie in eigen beveiliging moest voorzien. Wat nu de voorpostencavalerie betreft, zoo dient in de Voorposten- eerste plaats te worden opgemerkt, dat volgens p. 93 indee ling van de cavalerie bij de voorposten zooveel mogelijk moet worden beperkt. De bedoeling van dit voorschrift is om dat wapen zooveel mogelijk te sparen voor den ophelderings -, verkennings- en beveiligingsdienst gedurende den marsch en het gevecht. Ondertusschen mag p. 93 volstrekt niet wor den opgevat in dien zin, dat als regel geen cavalerie bij de 367

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 49