Beschouwingen over het Velddienstvoorschrift [April 1918. voeling te onderhouden, terwijl volgens p. 143 (1) de voor- postencavalerie zulks moet doen, wanneer de bevolen grenzen reiken tot aan de vijandelijke voorposten Het zou aanbeveling verdienen om ook in p. 81 (2) eene zoodanige restrictie aan te brengen, want, wanneer de vijan delijke afdeelingen, waarmede voeling is verkregen, zich terug trekken, kunnen de verkenningsafdeelingen zich toch maar niet op onbepaalden afstand van de voorpostenlinie verwij deren. Men bedenke hierbij ook, dat in voor cavalerie te bezwaarlijk terrein, volgens p. 136 (2), de geheele last van den patrouilledienst op de infanterie moet rusten. De denkbeelden omtrent het gebruik der cavalerie zijn overi gens in zooverre veranderd, dat, terwijl de L. B. V. in p. 125 de voorkeur gaf aan zwakke veldwachten boven sterke om des te meer krachten beschikbaar te hebben voor den patrouille- dienst, er in p. 144 V. V. op wordt gewezen, dat het in het algemeen niet doeltreffend is een regelmatigen patrouillegang in het leven te roepen, omdat hierdoor te veel van de krachten der paarden wordt gevergd en de opheldering telkenmale wordt onderbroken. Wat nu verder de infanteriepatrouilles betreft, is in de pun ten 136 t/m 142 duidelijker dan vroeger gewezen op het ver schil in samenstelling en taak van de patrouilles binnen en buiten de postenlinie (2) Werd volgens p. 103 L. B. V. bij eenen terugtochtsmarsch de achterhoede gewoonlijk niet met den voorpostendienst be last, doch eene afdeeling uit de hoofdmacht, die bij het voort zetten van den marsch als achterhoede volgde, thans blijft volgens p. 87 Y. V. in den regel na een afgelegden marsch 369 De troepen, waaruit de voorposten worden sa mengesteld. 1) Het is mogelijk, dat het woord „onafgebroken" aan de bepaling in p. 143 (1) eene andere beteekenis moet geven dan die van p. 81 (2) heeft. M. i. echter mag eene voeling, die moet worden „onderhouden" of „bewaard blijven" uit den aard der zaak niet worden afgebroken. 2) Om dit onderscheid beter onder de aandacht van den lezer te brengen zou het aanbeveling verdienen in p. 142 „patrouilles binnen de postenlinie" ook vet te doen drukken. 1. M. T. 1913. 25.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 51