Beschouwingen over het Velddienstvoorschrift [April 1913.
Misschien zijn zelfs de voorposten reeds in gevecht gewik
keld, als de hoofdmacht opbreekt.
Ook mag niet worden vergeten, dat men vaak tot het aan
vaarden of voortzetten van den terugtocht zal genoodzaakt
zijn, doordat de terugtochtslijn wordt bedreigd. De rechtstreeks
vervolgende, dan wel zich in front bevindende tegenstander
zal als regel, zoodra hij de lucht krijgt van dit voornemen,
onmiddellijk tot den aanval overgaan om te trachten zijn te
genstander vast te houden.
Dienzelfden 18n October 1812 had St. Cyr zijne stelling op
den rechter Dunaoever bij Polozk verdedigd tegen een aanval
van Wittgenstein. Toen Steinheil, die den 16n bij Poidruisk
de Duna was overgetrokken, den 18n met zijn gros Polju
do witschi op 30 K. M. N.O. van Polozk bereikte, besloot
St. Cyr om met het aanbreken van het duister den terug
tocht op den linkeroever in te leiden. Toen Wittgenstein
zulks bemerkte, ging hij dadelijk tot den aanval over. Het
gelukte St. Cyr evenwel om na een hevigen strijd te 3.00 v.
m. den linkeroever te bereiken en de bruggen achter zich
te verbranden.
Het kan echter ook voorkomen, dat de bezwaren tegen het
doen betrekken van de voorposten door de achterhoede minder
groot zijn, in welk geval het beter is geen andere troepen
daarvoor aan te wijzen, omdat het onvermijdelijk daaraan
verbonden heen en weer ma.rcheeren ten nadeele komt aan
de rust, die de troepen in hun geheel zullen genieten.
In elk concreet geval dient dus de A. B. te beoordeelen,
wat het beste is.
De voorschriften omtrent de wijze, waarop de voorposten- Regeling
dienst zich uit den marschveiligheidsdienst ontwikkelt, zijn voVornposteenn.
belangrijk gewijzigd. In de le plaats doet de A. B. zijne dienst
bevelen daaromtrent niet meer rechtstreeks aan den voor- VerPHchtin-
postencommandant toekomen, maar aan den commandant der gen van den
hoede. Ten tweede geschiedt zulks niet meer door commandant.
middel van het legeringsbevel, maar ontvangt genoemde auto-
371
voorposten-
achter