April 1913.] Beschouwingen over het Velddienstvoorschrift. Na de voorgaande meer algemeene beschouwingen kan om trent sommige punten nog het volgende worden opgemerkt. Ter voorkoming van misverstand, zou het aanbeveling ver dienen om de 2e alinea van p. 84, die, zooals zij nu luidt, in de G. H. beter op haar plaats is dan in het V. V., als volgt te redigeeren „Troepen, welke zijn aangewezen tot bescherming van niet „aangeleunde flanken, voorzien in hunne eigen beveiliging". Het zou aanbeveling verdienen in de punten 91 t/m 96 (sterkte en samenstelling der voorposten) te wijzen op het nut van indeeling van mitrailleurs bij de voorposten. In het geval, dat eene voorpostenreserve tusschen de rustende troepenmacht en de voorpostendetachementen in is geplaatst, rijst, in verband met de redactie van p. 85 (2) voor eD na de wijziging, de vraag, of de in p. 97 genoemde afstanden moeten worden gerekend vanaf die troepenmacht tot de voorpostende tachementen of tot de voorpostenreserve. Het al of niet aanwe zig zijn van eene voorposten reserve is wel van invloed op bet weerstandsvermogen van de voorposten, maar slechts bij uitzondering op de keuze van de lijn van weerstand. En daal de in p. 97 genoemde afstanden verder berekend zijn naar den tijd, dien de hoofdmacht noodig heeft om zich gevechtvaardig te maken en tot die lijn van weerstand op te rukken, gelden n.h.v. de in de 4e alinea genoemde getallen voor den afstand van de hoofdmacht tot de voorpostendetachementen. Daar de voorpostenreserve de sterkte van de voorposten vermeerdert, oefent hare aanwezigheid echter volgens p. 97 (4) wel invloed uit op den afstand tusschen voorposten (detachementen) en hoofdmacht. In dit verband zij er tevens op gewezen, dat de redactie van p. 85 (1) en (2) doet vermoeden, dat slechts bij uitzondering eene voorpostenreserve achter de voorpostendetachementen zal worden geplaatst, terwijl p. 103(3), 105,106 en 143 (6) den indruk maken, alsof zulks regel zal zijn. 374

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 56