April 1913. De Fransche Legermanoeuvres. Voor de Oost-partij. De Oost-partij is in aftocht naar de Boven-Creuse, alge- meene richting Montmorillon en naar de Beneden-Creuse, algemeene richting Port de Piles. De sterkte vaD laatst ge noemde afdeeling is teruggebracht tot de 7e Cavalerie-divisie en het Tijdelijke Korps zonder de 9e Divisie, In den middag van den 14en om 2 uur ontvangt de com mandant van deze afdeeling het volgende bevel: De achterhoeden van het gros gaan zonder verontrust te zijn op den rechter-oever van de Clain boven St. Georges terug. Nieuwe troepen zijn te mijner beschikking gesteld, gedeeltelijk in het rayon Guéret, gedeeltelijk in het rayon Tours en aan de beneden-Creuse, waar de ontschepingen zijn voorbereid van den 13en tot en met den 17en. Het gros van onze krachten zal morgen en de volgende dagen den terugtocht naar de Creuse voortzetten; de N. colonne marcheert naar Argenton over Le Blanc. Uwe afdeeling zal naar het N. O. terug gaan en zal de vorming van de per spoor aangevoerde afdeelingen bij Tours dekken en tevens aan den vijand beletten te deboucheeren ten N. O, van de Creuse en de Yienne. Voor deze opdracht wordt Uwe afdeeling versterkt met: le. de reserve-divisie, die op den R. oever van de Vienne, ter hoogte van St. Maure, de wegen naar Tours afsluit (Hoofd kwartier St. Maure). 2e. de 4 regimenten van de 9e divisie, die den I4en te Montbazon debarkeeren en dan te Uwer beschikking zijn. Bij den aanvang van de 2e periode waren de troepen als volgt gelegerd: West-partij. Xe. korps rayon Moncontour. Xle. St. Jean de Saures. IXe. Mirebeau. le Cav. divisie ten O. van Neuville en Poitou. 382

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 64