April 1913.] De Frarsche Legermanoeuvres.
Hiermede waren de groote Legermanoeuvres afgeloopen en
zouden we ons verslag kunnen sluiten, ware het niet, dat
de voorgaande dagen ons aanleiding gaven tot het maken
van enkele aanteekeningen en opmerkingen, die we voor de
duidelijkheid van het verloop der manoeuvres daartusschen
niet vermeldden.
Gegecens, fïonfeekeningen en Opmerkingen.
Leiding der Manoeuvres.
De beide Legercommandanten hadden zich te beschouwen als
geplaatst onder een hoogeren Chef, voorgesteld door den Leider,
den Generaal Joffre. Zij hadden aan hem te berichten over
het verloop der manoeuvres en aan hem te zenden al zulke
bescheiden enz., die zij in wekelijkheid aan den opperbevel
hebber zouden doen toekomen.
Scheidsrechters.
Aan den Leider der manoeuvres zijn toegevoegd onder
leiding van den Chef van den Staf der manoeuvres 5 groepen
van Scheidsrechters, ieder onder een Generaal, en waarvan
1 gioep speciaal is aangewezen voor de cavalerie.
Deze groepen zijn zeer royaal van officieren voorzien, zooals
uit het volgende overzicht is te zien; iedere groep omvat:
1 Generaal, Chef van de groep,
1 Chef van den Staf en 1 Stafofficier,
3 Generaals, Chefs van de Sectoren,
12 Kolonels of Luitenant-Kolonels,
18 Kapiteins of subalterne officieren adjoints.
De groep bestemd voor de cavalerie bestond uit
1 Divisie Generaal, Chef van de groep,
2 Brigade-Generaals,
4 Kolonels of Luitenant-Kolonels,
6 Commandanten of subalterne officieren adjoints.
Over het algemeen zou de scheidsrechtersdienst worden
uitgevoerd als aangegeven in de instructie van 10 Juni 1910
(Bulletin de la Presse 1911 - bl. 121).-
394