April 1913.] De Fransche Legermanoeovres. alleen zij vermeld, dat alles, wat wij van dezen tak van dienst zagen, den indruk op ons maakte niet alleen goed te zijn geregeld, maar ook volkomen geschikt te zijn voor werkelijke oorlogsdoeleinden. Verpleging der troepen. De verpleging geschiedde door de zorg der intendance. Aan de troepen werd verstrekt dubbel gebakken brood, suiker, koffie, vleesch (versch of geconserveerd). Verder werden door de manschappen reserve-vivres medegevoerd, die echter alleen op last van de partij-commandanten mochten worden genut tigd. De cavalerie-divisiën, telegraaf afdeelingen en aviateurs zouden, behalve brood, leven van het land. Voor de verpleging was een speciale automobiel-dienst ingericht, welke bestond uit: lo. eene lichte automobiel-compagnie met voldoende capa citeit om een dag vivres te vervoeren voor eene divisie cavalerie (2500 man en 3000 paarden), waarvoor noodig waren: toerwagen (12 al8 H.P.), 1 motorrijwiel, 10 camions met 26 man personeel; 2o. eene zware automobiel-compagnie met voldoende capa citeit om een dag vivres te vervoeren voor een legerkorps (20500 man en 3000 paarden), waarvoor noodig waren: 3 toerwagens (1 van 12 a 18 en 2 van 10 a 12H.P.), 20 camions, 2 motorrijwielen en 63 man personeel. 3o. een reserve-park, bestaande uit: 1 toerwagen, 1 motor rijwiel, 2 camions, een volledig atelier en 9 man perso neel, behalve dat bestemd voor het atelier. Uitgebreide gegevens omtrent de verpleging, alsmede om trent de verstrekking der levensmiddelen zijn verder te vinden in La France Militaire van 3 September 1912 No 8648. Noodig gebleken wijzigingen. Aan het einde der manoeuvxes heeft de Minister Millerand zich uitgesproken omtrent enkele noodzakelijk gebleken wij zigingen. 404

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 86