Slechte schutters zijn dus niet in het nadeel bij wat mid delmatige schutters in hetzelfde geval verkrijgen. Door berekening voor verschillende afstanden en schattings- fouten werd verder gevonden, dat bij een schattingsfout>50M. middelmatige schutters betere uitkomsten verkrijgen dan zeer goede schutters en dat deze zelfs door slechte schutters worden overtroffen, wanneer de fout 75 M. bedraagt. Bij fouten 100 m. zullen slechte schutters naar verhou ding beste uitkomsten verkrijgen. Dat we ons op den j. s. a. dus alléén niet blind staren, doch op het toekomstige gevechtsveld ten minste de midde len voorhanden zijn om het vizier voor den juisten afstand te stellen Ten aanzien van de legerwedstrijden wordt de aandacht gevestigd op het volgende. Door den uitslag der korpswedstrijden meerpatronen- vuur (10 patr.) in liggende houding uit de vrije hand op 200 m. werden de militairen aangewezen, die aan de Le gerwedstrijden te Batavia deelnamen. Daar bij deze legerwedstrijden in de verschillende houdin gen gevuurd werd, ware het m. i. gewenscht geweest ook de korps wedstrijden in dezelfde houdingen te doen plaats vinden. Immers, thans werden de in die eene houding meest ont wikkelden (en, als 't ware door het lot, als een gevolg van het schieten van slechts ééne serie ook minder ontwikkelden, terwijl enkele goede schuters afvielen) aangewezen om de korpsen te vertegenwoordigen. In verband met de vaak voorkomende minder goede voorbereiding der deelnemers aan een eersten wedstrijd, was dit oorzaak dat m. i. geen vol komen zuiver beeld verkregen werd van de schietvaardigheid. Vóór de bekendwording van het programma der wedstrij den ontbraken voor het schieten schot voor schot officieele waardeeringstabellen en als regel ook tertshorloges. Het gevolg was, dat oefeningen schot voor schot in 't algemeen 413 SCHIETOPLEIDING EN LEGER WEDSTRIJDEN. [April 1913.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 95