819
ilfel
1»
Ouerzichf uan eenige
fijdschrifien.
Mavors '1913 No. 3.
Als aanvangsartikel van deze aflevering valt te vermelden „Het
gebruik van vuurpijlen voor het geven van seinen", door den kap.
der art. J. C. Logger. S. behandelt in dit kort artikel de in Neder
land in gebruik zijnde vuurpijlen en geeft daarbij eenige beschouwingen
over het gebruik van lichtseinen in het algemeen.
S. is geen voorstander van het idee om door middel van vuurpijlen
van verschillende kleur te seinen. Hoe aardig of dergelijke kleurencom
binatie er op papier ook uitziet, de praktijk heeft geleerd, dat men
zich in deze tot het eenvoudige moet beperken.
De le. Luit. E. H. van den Akker behande't „De overval van de
bezetting aan de brug bij Fontenoy a/d Moezel op 22 Januari 1871".
Het artikel is een vrije vertaling uit Heft 2 van „Kriegsgeschichtliche
Einzelschriften".
Gelijk den lezer bekend, gelukte de overvalling volkomen en werd
de brug vernield.
Zooals meestal, waar vrijwilligerkorpsen optreden, werd het gebeurde
verhaald op de bevolking. Het dorp Fontenoy werd in de asch gelegd
en aan de landstreek een boete opgelegd van 10 millioen francs.
Op het artikel „De ontwikkeling van de militaire luchtvaart in
Frankrijk van Januari 1911 tot Mei 1912" werd in de voorgaande
aflevering reeds de aandacht gevestigd. Ook dit artikel is eene ver
taling en werd overgenomen uit Heft III van de „Yierteljahrshefte"
1912.
Het voorgaande artikel behandelde de luchtschepen; ditmaal wordt
het militaire vliegwezen, in het bijzonder de organisatie daarvan, be
sproken.
„Opleiding van de manschappen en van den troep voor den dienst
bij duisternis", aldus luidt de titel van een opstel van den luit. der
Inf. D. J. Gorter.
Er is over dit onderwerp al reeds zeer veel geschreven, wellicht
meer dan praktisch geoefend. En toch is er oefening, veel oefening,
noodig, wil een troep tot het uitvoeren van nachtelijke ondernemingen
in staat zijn.
In Nederland werd bij aanschrijving van den M. v. O. van 3 Janu
ari j. 1. een ontwerp-regeling vastgesteld omtrent de opleiding van
de manschappen en van den troep. Daarbij is o. a. imperatief voor-
gesehreven, dat in elk tijdperk veelvuldig oefeningen bij duisternis
zullen worden gehouden.
547