De veldtocht in Thracië. [Juni 1918 sche zijde een geschiedenis van dezen veldtocht geschreven wordt, waarschijnlijk blijken zal, dat de Turken tot het uiterste verbaasd waren verbaasd over de snelheid, waarmee de Bulgaarsche mobilisatie en concentratie voltooid werden, verbaasd door de plotselinge verschijning van een geheel leger van bijna 100.000 man uit een absoluut onverwachte rich ting Zoodra de derde (Sliven) divisie de mobilisatie voltooid had en zuidwaarts marcheerde om de cavalerie-divisie in de Tundja-vallei te ondersteunen, ging deze laatste meer Oost waarts en bezette een beschermende lijn langs de grens, ongeveer van Kaibilar tot aan de Zwarte Zee. Gedekt door deze cavalerie en daarna door het I leger, toen dit de om streken van Kizil Agatch begon te bereiken, concentreerde zich het III leger Oostelijk van Yamboli met de hoofdkwar tieren ongeveer te Straldja. De 4e (Shuinla) en 5e (Rustchuk) divisie rukten in deze richting op, want de nieuwe spoor weg van Tirnovo naar Stara Zagora was nog niet geheel gereed, toen de oorlog begon. De 6e (Yratza) divisie werd er over Sofia per spoor heen gezonden; tot aan Seimenli verkeerden de commandanten van de onderdeelen dezer divi sie in de vaste overtuiging, dat zij niet op weg waren naar het III, maar naar het I leger bij Haskovo, want in vrede (zie boven) behoort de 6e divisie tot de eerste inspectie. De leg er sterkte. Deze 6e divisie en de twee nieuwe divisies waren ieder samengesteld uit 2 brigades, de overige divisies telden alle 8 brigades, In ronde getallen beschikte iedere brigade over 10.000 combattanten, zoodat het totaal der 80 brigades onge veer op 300.000 man kon worden gesteld. Ieder der sterkere divisies beschikte over 9 snelvuurbatte rijen, ieder van 4 stukken en 6 batterijen van 6 stukken a tir accéléré. In de zwakkere divisiën was de artillerie in evenredigheid met de sterkte, zoodat, mèt de afzonderlijke houwitser- en bergartillerieafdeelingen, het totaal aantal stuk ken ongeveer 800 bedroeg. 563

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 137