Juni 1913.] De veldtocht in Theacië. De elf cavalerie-regimenten telden 37 eskadrons (4 regi menten van 4, 7 regimenten van 3 eskadrons) of 5.500 sa bels. Behalve de colonnes, die voor de operatiën in Macedonië bestemd waren, en de 11e divisie, die eerst 14 dagen later geheel gemobiliseerd was, waren er op 17 October geconcen treerd en gereed voor den inval in Thracië drie Bulgaarsche legers, die een sterkte hadden van 230.000 geweren, 5000 sabels en 600 stukken geschut. Het algemeen hoofdkwartier was te Stara Zagora gevestigd. Opperbevelhebber was de koning, maar het uitvoerend com mando had, zeer uitsluitend, de luitenant-generaal Michael Sa- voff. Chef van den staf was generaal-majoor Titcheff, die dien post ook in vredestijd bekleedde. Savoff had geruimen tijd in on genade geleefd, maar de combinatie van deze beide oude krijgsvrienden had de sympathie van het geneele Bulgaarsche volk en leger; Savoff een groote persoonlijkheid, die snel kon besluiten, steeds iedere verantwoordelijkheid aanvaardde en durfde te wagen, wanneer het noodzakelijk was; Titcheff, de man van grondige studie, meester van alle détails, met een rustig temperament als tegenwicht voor de oogenblikkelijke beslissingen van zijn chef. 564 NOOT BIJ HET EERSTE HOOFDSTUK. Naar aanleiding van het in dit eerste gedeelte door den schrijver in de Times ontwikkelde strategisch eoncentreeren der Bulgaren, schreef de speciale correspondent van dat blad, die aan de zijde van het Turksche leger den krijg in Thracië medemaakte, het volgende aan de redactie van de Times „Uit het eerste gedeelte blijkt, dat de Bulgaarsche staf den indruk schijnt te hebben gekregen, dat het plan, waardoor de Bulgaren hun strategische concentratiepunten hoopten te verbergen, geslaagd is, en de Turken dus in de overtuiging verkeerden, dat de Bulgaarsche hoofdmacht door het dal van den Maritza zou oprukken. Maar dit was toch niet het geval. Dat de Turksche generale staf op de hoogte was van de concentratie van de twee Bulgaarsche legers bij Yamboli, deelde ik u zelf reeds in een cijfer telegram mede vóór het uitbreken van de vijandelijkheden. En dit bericht ontving ik rechtstreeks van den generalen staf. En twee dagen later zeide de thans overleden Nazim Pasha mij nog: „Practisch heeft Mus tafa Pasha geenerlei waarde voor mij, aangezien de Bulgaarsche inval van uit de bergen zal geschieden, met Kirk Kilisse als operatie-objekt». En dan schrijft deze correspondent nog

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 138