De veldtocht in Thracië. [Juni 1913. en zes batterijen namen aan het eigenlijke gevecht deel. Blijkbaar in het plan van den divisiecommandant, gene raal Tosheff, geweest om één regiment [4 bataljons] te rich ten op het punt, dat hij zich het Turksche centrum dacht, i. c. Seliolu, en met drie regimenten den Turkschen linkervleu gel te omvatten, terwijl de brigade (2 regimenten) van de 4e Divisie (zie boven) den Turkschen rechtervleugel zou aanvallen. Op hun linkervleugel vochten de Turken uitste kend en hier schijnt de strijd (hoofdzakelijk tusschen het le regiment der Bulgaren (Sofia) en het le of Stamboelregiment der Turken) één van de bloedigste episoden van den geheelen krijg te zijn geweest de tallooze loopgraven, eerst door de eene en toen door de andere partij vastgehouden, de duizen den verschoten patronen en granaatscherven en alle andere „débris" wijzen zelfs nu nog op den ernst van dezen stiijd. Op den 23en waren het I en IV Turksche korps in vollen aftocht naar het Zuiden, Zuid-Oosten en Zuid-Westen en deze terugtocht werd al spoedig een vlucht. De le Bulgaarsche divisie, die bevel ontvangen had om halt te houden, stelde geen pogingen in het werk den tegenstandei te achtervolgen, maar de Bulgaarsche cavalerie was bewonderenswaardig ge plaatst voor het in handen nemen van de achtei volging. Want toen zoowel het I als het III leger in den namiddag van den 22sten in een gevecht werden gewikkeld, kreeg de cavaleriedivisie bevel om de open ruimte tusschen beide legers te vullen, werd daartoe geconcentreerd en bevond zich in verzamelvorm eenige mijlen Oostelijk van Seliolu. Daaiop, den volgenden dag, oprukkende naar Yenidje, nam zij dit dorp, sabelde een groot aantal vluchtelingen neer en werd eerst opgehouden, toen zij Kavakli bereikte, waar Abdoellah Pasha's hoofdkwartier zich bevond en het II, nóg versche Tuik- sche korps gelegerd was. Hierbij kan aangeteekend woiden, dat het Turksche cavalerie-korps, ongeveer tweemaal sterker dan de Bulgaarsche cavalerie-divisie, absoluut niets presteel de. De slag bij Petra Erikler. Intusschen was een andere en afzonderlijke slag meei Oos- 571

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 149