De veldtocht in Thkacië. [Juni l^lo. dag ondeugdelijk bleken, aangezien zij geheel aan het werk zaam vuur bleken blootgesteld en overzien konden worden vanuit de Turksche hoofdstelling op den overheerschenden linkeroever van de Karagach Dere. Op den zuidelijken vleugel was de 6e divisie slechts uit 2 brigades samengesteld. Hiervan werd één gedirigeerd op de stad Luie Burgas met orders om de stelling van den Turk- schen linkervleugel te verkennen en aan te vallen, terwijl de andere brigade Turkbey zou aanvallen. Hierdoor bleef een opening van 5 tot 6 mijl tusschen bei de brigades-een opening, die gedurende de volgende twee dagen den Commandant van het III leger, Dimitrieff, menig on aangenaam oogenblik bezorgde. De hoofdkwartieren van het III leger waren dien nacht te Kulibi. De derde dag. Op 30 October maakte de 5e divisie in het Noorden geen feitelijke vorderingen. Op dezen vleugel was de toestand vrij kritiek gedurende deze periode, want de Turken ondei Man mud Mukhtar vochten uitstekend en met groote beslist heid doch het gevaar werd tegen den avond gedeeltelijk op geheven door de aankomst van versterkingen m den vorm van de hierboven vermelde brigade van de 3e divisie. In het centrum was de 4e divisie geheel blootgesteld aan het vuur van de Turken op de hoogteruggen, oostelijk van Kulibi, zoodat besloten werd Karagach en de bestrijkende hoogten te bestormen. Vóór het aanbreken van den volgenden ochtend werden deze hoogten door tien bataljons, gesteund door bergartillerie, genomen, waarbij zich het hevigste en bloedigste gevecht van den geheelen oorlog ontspon j^de 4e divisie betaalde een hoogen prijs voor dit succes. Het 8e, Premorski, regiment verloor 50°/0 van de sterkte; van de 16 compagniescommandanten werden er 14 gedood of zwaar gewond en bij een der bataljons bleef van de 21 officieren er slechts één ongedeerd - deze eenige overlevende stierf echter 14 dagen later aan de cholera voor Tchataldja. 577

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 157