Juni 1913.] Ontwerp voorloopig schietvoorschrift
grootte van dien hoek is afhankelijk van de grootte der toe
te passen dieptespreiding: 100, 150, 200 of 300 M. en van
den afstand. De wijze, waarop deze D.S. wordt nagebootst
is aangegeven op blz. 481. Zoo spoedig mogelijk wordt hierbij
gelijktijdige toepassing van B.S.beoefend.
30. Afzonderlijk snel diepspreiden heeft nooit plaats.
Alleen toepassing van D S.in de tijdmaat van sec. kan
gepaard gaan met B.S. in de tijdmaat van 2§ sec.; toepassing
van D.S. in de tijdmaat van 1£ of 3 seconden gaat gepaard
met B. S. in de tijdmaat van 4| sec.
Opmerking. Bij niet horizontalen stand van den mi
trailleur zal, indien öf in de diepte of in de breedte wordt
gespreid, de vizierlijn noch een verticale, noch een horizon
tale lijn beschrijven, doch eene lijn, die met de genoemde
een hoek maakt, even groot als die, waarmede het wapen
overhelt. Bij breed- en diepspreiden tegelijk wordt die
hoek dubbel zoo groot.
31. De oefening in het opheffen van bij het schieten ont
stane storingen, zullen bij die in het spreiden, waarbij van
losse patronen wordt gebruik gemaakt, veelvuldig kunnen
plaats hebben.
II. Bet 5cbooIscbieieD.
32. Indien de manschappen zoo ver in de Voorbereidende
Oefeningen zijn, dat zij in het spreiden eenige vorderingen
gemaakt hebben, kan begonnen worden met het Schoolschieten-
33. De afstanden, waarop de verschillende oefeningen moe
ten plaats hebben, zijn zoodanig gekozen, dat de schutter de uit
werking zijner schoten onmiddellijk zelf kan gaan waarnemen.
De afmetingen der schijven houden verband met de
tiefkans op de voor de oefeningen bepaalde afstanden. Ter
bepaling van de plaats van de vakken, waarin de treffers
moeten vallen, ten opzichte van het mikpunt, diene het volgende:
In fig. VI stelt T voor het voor de baan van 300 M. met
het mikpunt samenvallende trefpunt; a is het voorste vizier-
punt, b. T de aslijn, b T'T de kogelbaan en T' het op 10 M.
afstand gelegen trefpunt op de schijf; a b 10 cM.
588