Juni 1913.] Ontwerp voorloopig schietvoorschrift He flfdeeling. Het onderricht der Geoefende Militairen. Algemeene Bepalingen. 42. Ten einde de vaardigheid in de verschillende verrich tingen voor het technisch gebruik van den mitrailleur, het op- en afladen, het vlot in stelling komen, het dragen van het wapen en het overwinnen van hindernissen daarmede, het opwerpen van kunstmatige dekkingen, het richten, het spreiden en het opheffen van bij het schieten ontstane storingen te onderhouden en te vergrooten, worden die oefe ningen gedurende het geheele jaar herhaald. 43. Het schietonderricht gaat voorts gepaard met eene oordeelkundige opleiding van den man voor het gevecht. De Gevechtsschietoefeningen. 44. De gevechtsschietoefeningen hebben ten doel den man te oefenen in het vuren op doelen, die zich op het gevechts- veld kunnen voordoen en de officieren en het kader eigen te maken met de leiding van dat vuur. 45. Er wordt uitsluitend gevuurd op tactische schijven. Zooveel mogelijk wordt van valschijven gebruik gemaakt. 46. Er wordt uitsluitend op onbekende afstanden geschoten. Tot grondslag van elke oefening dient eene eenvoudige tacti sche veronderstelling. Vergelijkende schietoefeningen met Infanterie- of Artillerie Afdeelingen kan de belangstelling aan merkelijk doen toenemen. 47. Elke gevechtsschietoefening wordt door een of meer elementaire schietoefeningen voorbereid, welke op het schiet- terrein kunnen plaats hebben. 48. De gevechtsschietoefeningen worden onderscheiden in A. die met den mitrailleur, B. die met de sectie, G. die met de compagnie. 592

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 172