Juni 1913.] Ontwerp voörloopig schietvoorschkift
zal afgeven. Aannemende, dat het vuur 15 seconden duren
zal, kan aan elke sectie een vak worden aangewezen van
H X 8 X 8,5 ongeveer 100 M., zoodat door de geheele
compagnie bij eiken sprong, dien de tirailleurlinie uitvoert,
een vak van 4 X 100 M. 400 M. onder vuur kan genomen
worden.
Vurende met het vizier van 800 M., eene D. S. van 200
M. in de tijdmaat van 11- sec. en B. S. toepassende in de
tijdmaat van 4^ sec. is de trefkans X X fj- f§f-,
overeenkomende met 7,33
Bij eene dichtheid der tirailleurlinie van 14 M. voor 1
man zullen dus telkens door de geheele compagnie j-g—
19 man buiten gevecht kunnen worden gesteld.
2. Het onder vuur nemen eener compagnie Infanteiie in
open flankcolonne op 1200 M. afstand.
Aannemende, dat de Mitrailleurs 4 secties sterk zijn, kan
aan elke sectie als doel worden aangewezen 1 sectie der
vijandelijke compagnie, waarvan breedte en diepte resp. op
2,5 en 12 M. worden gesteld.
Den invloed van den wind O stellende, vuurt elke sectie
met het vizier van 1200 M., zonder B. S., met toepassing eener
D. S. van 300 M. in de tijdmaat van 3 seconden.
De breedte van het doel komt ongeveer overeen met de
totale B. S. van den bundel. De trefkans is dus, bij eene ge
middelde diepte der trefferruimte tuschen 1050 en 1350 M.
voor de doelhoogfe van 1,60 M.: 7^ ongeveer
10,25%.
Moet de invloed van den wind in rekening worden ge
bracht, dan wordt 1 gaatje breedgespreid, waardoor het vuur
over eene doelbreedte van 40 M. verdeeld wordt. Het
spreiden over 1 gaatje duurt hoogstens 4A sec., zoodat gedurende
het vuur van 15 sec. de B. S, heen en weer gaande over
het doel moet worden uitgevoerd. De beide rechter secties
richten nu op de 2e sectie van rechts, de beide linker secties
op de 2e sectie van links. Bij eene onderlinge tusschen-
596
4 7 33