Het schieten met een zijpost b/d vesting-abt. [Juni 1913.
daar hij als vuurleider zelf beter weet te beoordeelen hoe
zijne schoten moeten vallen dan een waarnemer, doch daarbij
mag niet worden vergeten, dat de indeeling van den B. C.
op den zijpost het noodig maakt, in de batterij een onder
officier als batterijcomdt. in te deelen, wat gelet op het gering
aantal beschikbare onderoff. vuurleiders meermalen een groot
bezwaar zal opleveren.
ad 3. Dit voordeel is niet zoo heel groot, want waar onze
peil-waarnemingsposten toch meestentijds op hooge punten
in het terrein zijn ingericht, daar is het geen bezwaar, om bij vol
doend personeel drie, vier of zelfs meer waarnemers op een
belangrijken post te plaatsen, zoodat, al zijn er reeds veel posten
ingedeeld, de Gr. A. C. er toch nog voldoende tot zijne beschikking
houdt. Er diene daarbij echter bedacht, dat een dergelijke be
langrijke post behoorlijk tegen gezicht en zoo moge lijk ook tegen
vuur gedekt zij, wat, hetzij terloops vermeld, zoowel het perso
neel als het materieel geldt, waar bij dit laatste vooral het oog
gericht moet zijn op dekking der dan niet te vermijden talrijke
telefonische verbindingen.
Thans tot de nadeelen komende, noemen we
A. De belangrijk ingewikkelder vuurleiding en de onvermij
delijk daarmede gepaard gaande langeren duur van het
inschieten.
B. Het aanzienlijk grooter munitieverbruik bij het inschieten.
C. De mogelijkheid van verbreking der telefonische verbin
ding van zijpost en batterij.
D. De bij vuurleiding vanuit de zijpost noodzakelijke indeeling
van een onderoff. in de batterij.
E. De geringe kans op eenige uitwerking tijdens het in
schieten.
adA. Het is ons helaas uit ervaring gebleken, dat er maar
weinig onderoff. vuurleiders zijn, in staat om zonder toezicht
behoorlijk een vuur vanuit een zijpost te leiden. Zoolang we
nog geen eenvoudiger methode hebben dan de bestaande, welke
we, vasthoudende aan de thans omtrent het schieten voor de
breedte geldende beginselen, zonder in al te groote onnauw-
613