Juni 1913.] Het schieten met een zijpost b/d vesting- abt.
is aangepeild op de vlam der schoten, hiervoor niet in aan
merking komen, want het vijandelijk doel behoeft slechts te
zwijgen, om het geheele inschieten onmogelijk of zeer onnauw
keurig te doen worden. Den peilers moet dus in de eerste
plaats bekend zijn, dat zij slechts dan opgeven, dat waarneming
mogelijk is, indien zij er zeker van zijn, dat die waarneming
steeds mogelijk zal blijven, b.v. ook als eene vijandelijke
batt. zwijgt, waarbij natuurlijk geen rekening behoeft te wor
den gehouden met mogelijke verdwijning van het doel door
regen of nevel.
Doch van de doelen, waarop zeer goede waarneming mogelijk
is, vallen ook weer vele af, met name die, waarop eene snelle
vuuruitwerking een vereischte is. De bij het inschieten onvermij
delijk te verrichten berekeningen houden in den regel zoo lang
op, dat, waar de meeste onzer vuurmonden al snel schieten zou
den toelaten, dit voordeel door de methode van schieten geheel
verloren zou gaan.
Verder vallen ook af de bewegende doelen, waaronder, zooals
bekend, ook de doelen behooren, die zich plotseling kunnen
gaan bewegen.
Zoo zal bij waarneming uit één zijpost een schildbatt. b.v.,
welke met St- G. moet worden beschoten en niet tegelijkertijd
door G. K.-vuur van eene andere batt wordt vastgehouden,
ruimschoots gelegenheid hebben tijdens het tijdroovende in
schieten te verdwijnen,
We komen dus tot het resultaat, dat het schieten met één
zijpost kans op succes heeft, op vaste of aan de plaats gebonden
bewegende doelen, waarop bovendien eene goede waarneming
ten alle tijde verzekerd is.
Bij de eigen batterijen is het ook nog niet geheel onverschillig,
of met waarneming uit één, dan wel uit twee zijposten of
met directe waarneming van uit de batt. moet worden in
geschoten. Bij eene batterij van 2 maal 7.5 cM. L./30, b. v. zou
het wel jammer zijn, indien het belangrijk voordeel van het
snel en juist kunnen schieten opgeofferd werd door het toe
passen van eene inschietmethode, welke niet alleen tot
616