Juni 1913]. Het schieten met een zijpost b/d vesting- art.
schot in den regel te vinden zijn in den minder juiste eersten
richtvlakstand ten gevolge van eene kleine fout bij de plaats
bepaling van het doel.
IV. Het eerste schot valt en 15 L, of R.
De tweede vuurmond kan nu met onveranderde gegevens
het schot herhalen. Is dit schot waarneembaar, dan geeft
ad I of II ons aan hoe verder te handelen. Valt echter het
tweede schot weer en b. v. 10 L. of R., dan wordt het
noodig, de geheele batt. voor het gemiddelde van de afwij
kingen naar R. of L. te corrigeeren en overigens wordt met
onveranderde gegevens het schot nogeens herhaald door den
eersten vuurmond.
Nadere toelichting verdient misschien, waarom niet dadelijk
na het eerste schot reeds wordt gecorrigeerd. Ofschoon zulks
nu niet bepaald foutief zou zijn, wordt het in den regel toch
niet gedaan.
Ie- omdat het vele malen voorkomt, dat een eerste schot
wat plus of min betreft niet wordt waargenomen, wijl de B.
C. of de waarnemer dan nog niet weet, waar hij ongeveer
in het terrein de schoten kan verwachten; de kans dat het
tweede schot behoorlijk kan worden waargenomen is zeer groot:
2e. omdat steeds als beginsel moet gelden, dat, vooral bij
het inschieten, zonder echter tot munitieverspilling te verval
len, op een enkel schot meer niet moet worden gezien en
waar nu de tweede vuurmond zoo goed als gereed is om met
dezelfde gegevens te vuren, verdient het in verband met
het onder le vermelde wel aanbeveling zulks te doen.
V. De beide eerste schoten van iederen vuurmond vallen
zoowel voor het plus of min, als voor het links of rechts.
Het hangt nu van de omstandigheden af hoe te handelen,
doch in de eerste plaats moet het streven van den B. C.
daarop zijn gericht, de volgende schoten waarneembaar te
krijgen. Hij kan dit b.v. doen, door 100 M. vooruit- of terug te
gaan, een maatregel, welke vooral in bergterrein wel eens
succes kan beloven; mocht ook dit geen resultaat opleveren,
dan moet hij overgaan tot inschieten met G. K. T.
622