630 Juni 1913.] Kokte Mededeelingen. Dus geene dwaasheden equivalent aan den Maleischen onzin:" djalan ini pergi kamana "Dat is vertaald Hollandsch maar, geen Maleisch. eng is een afkorting van dateng=naar. Deze afkorting moet in Madva altpd gebezigd worden, en in de praktijk zal men ze veel hooren. w- !!ng \s een verbastering van menjang, maar wordt evenals njanq dij t spreken veel gehoord. J Het gebruik van in de streek zelf opgevangen verbasteringen, dialee- ïsmen enz. is aanbevelenswaardig. Bij manoeuvres in Oost-Java bijv. vervange men ««^slecht, kena=kunnen, mogen, enz. door èlèq,kenèq ?,0T, ^-aaospraakwoord voor "jongen", (uit fold) zegge men rèq enz. Al dergelijke kleinigheden zijn psychologisch van groote waarde evenals de kalmte en welwillendheid, welke 283 van het Velddienst voorschrift zoo juist eischt: "veel tact en grondige kennis van de taal en van het karakter van den Inlander, welwillende en rechtvaardige behandeling en uitsluiting van ruwheid". Dat zijn eigenschappen, op welker toepassing met genoeg nadruk kan worden geleo-d. Kndi, ing endi beteekent „waar?" maar ook „welke?" Ten aanzien van de bijwoorden en de voornaamwoordelijke bijwoorden moet men dinlr rekenschap geven van het feit, dat bij geographische aandui dingen het Javaansche taaleigen andere eischen stelt dan het Hollandsch VV ij vragen hoe^heet die berg?" „hoe heet die rivier Het Javaansch aarvan is met „api. djenengé" cf „keprijé djenengé" maar „Iki goe- noeng 6ndi? kal endi? désh endi?" Dit hier, berg, rivier, d/sa X? Het localiseerende begrip treedt dus meer op den voorgrond Daarentegen mag men niet, als in 't Hollandsch, vragen: „wie is daar of to daar maar men moet zeggen „wie is dat", sÜpd ikoe? „Hoe heet ge. djenengmoe sapd? Verder verdient opmerking, dat bij werkwoorden, die beweging van e eene plaats naar de andere aanduiden, in stede van „hier", daar" enz. aan „hier heen", „daarheen" enz. de voorkeur wordt gegeven. „Hom van middag hier" me,iglo soréhowé mrénéd. „Hij komt hier om vogels te schieten' - olehè mréné (niet: kéné) arep 'mbedil manoeq. aanzien van de gegevens, waaromtrent navraag gedaan wordt, ,J' „,QieSCll<?uïvd als verkorting van larèq voor laré jongen doch de vorm vereerend voorvoegsel; tolé is een afkorting van koniolé "scrotum" Ooi- Z|?Óff'nl vo?r„Jno^, naaktl°opende kinderen gezegd kan worden vorm van amïïa-or0rH 'c,?eloep"' u" liet Arabische qoelf, lenmeeTvoud": sch mwd win T 'v^hmd- nog onbesneden", wordt niet als platheid be- scnouwd. Wellicht interesseert het te vernemen dat de stam »dlchtenrdva°n0klenaaar het Holla« wTvoid en te n d^bete^en* teekenis het Aromf Van ®?n scMP" kalefaten of kalefateren, welke be is de naam van het'brleuwm-^ar35' VaU "besniJden" lieeft. Qalafatoen oo? wet W«oanfn0lOnsfgTl "16n nT9 <afk9rtin? van lanang mannetje), sfpkpnri i v™»* 7 Y„ noê; tjoeng of katjoeng fngatjoeng vooruit or meisjes gebruikt men ndoeq of leendoeq of gendoeq (Midden- Java), beng of djebmg fSoerabajaj en noq of donoq 'fSemarangA Daar ndoeq n neienvorm roeq heeft zal het wel samenhangen met toeroeq „vulva".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 210