Juni 1913.1 Korte Mededeelingen. De menages der gemengde compagnieën. 638 bekentenis brengen" wordt nanggap gebezigd, nanggap tjeritaning wong= „iemand uithooren, iemand op zijn praatstoel doen zittennanggapi is "iets met de hand aannemen of opvangen" »iets aanpakken"; nanggapaké" men- sclien doen dansen of spelen" en „terwille van iemand of ter gelegenheidvan 't een of ander een vertooning doen geven." tetanggapan is de" vertooning" en ook de „betaling" er voor. Als grammatische term duidt tanggap die vormen aan met di, ka, in enz. welke met ons passief het meest overeenkomen, tandoeq is dan actief, tanggap taroeng is een naam voor den wederkeerigen vorm. 0. 0, ija bener kowé sepijoen, O. Ja, spion! daar heb je wel wong golèq katrangan ikoe sing gelijk aan. Bij het zoeken van ngati-ati, bebasané: kenJhS, iw aqé inlichtingen moet men heel behoed- adja nganti boetek banjoené. Lo, zaam te werk gaanzooals het kaé ;in j wong-klédang ngener mré- spreekwoord zegt: „zorg dat je den né, ndaq-soemingkir mboeri groem- visch vangt, maar maak het water boel kono, tjobh djaqen lèrènkéné. niet troebel." Wacht, daar heb je mbok maDÜwa ko-roengogaké rem- iemand, die hier naar toe korot- boegé. Gilo! mbako, rèq, enggonen kuieren. Ik zal me achter dat oedoed-oedoedan. boschje verdekt opstellen; noodig hem dan uit om hier wat te blij ven rusten, dan kun je misschien van hem iets hooren. Daar hebje wat tabak en lucifers dan kun je hem laten opsteken. Hiervoren werd reeds op het gebruik van wong, Tijang als redegevend of verwondering uitdrukkend voegwoord gewezen, thans moet nog een andere bijzonderheid onder de aandacht worden gebracht, wong, Tijang beduidt ook in 't algemeen" men," maar vaak is een term met wong als onzen infinitief op te vatten. Wong amèq iwaq ikoe is soms die visschende mensehen" of" men visclit," maar in den regel „het visschen," „de vischvangst," „het visch bedrijf" zoo ook hier: wong golèq katrangan ikoe „bij- het zoeken van inlichtingen." sing ngati-ati is een voorbeeld van hetgeen men den „modalen voluntatief" heeft genoemd, een uitdrukkingswijze die aangeeft," op welke wijze" men zou willen, dat te werk wordt gegaan: „zoodanig, dat het voorzichtiglijk zij." kenaha is conjunctief: „opdat verkregen worde." adja is vetatief„laat niet geschieden." tjoba\ djaqen is een beleefde imperatief, en wel een objectieve of passieve imperatief;" noodig hem (den reeds nader aangeduiden persoon) uit, s. v. p." Evenzoo verderop in den zin enggonengebruik (die reeds nader bepaalde dingen) tot ndaq-soemingkir is uit den aard der zaak géén objectieve of passieve vorm tanggap oetama poeroesa), zooals de agens-aanwijzer ndaq zou doen ver moeden, daar de werkwoordsvormen met infix oem geen passieve beteekenis toelaten, maar een z. g. voornemende wijs, te kennen gevend" wat men zich voorneemt of op het punt slaat, zoo aanstonds te gaan verrichten," In dit zinnetje vinden we dus tal van voluntatieven bij een. Aan deze aangelegenheid heeft, de Locomotief eenigen tijd geleden een artikel gewijd en de daarin voorkomende verdediging voor het klagen van „Jan Fuselier" deed mij besluiten gevolg te geven aan mijn reeds lang gekoesterd plan om deze zaak eens in het I. M. T. achtereenvolgens genaamd: tanggap tri- poeroesa (wat Roorda hetsub- jectief-passief noemde), tanggap ka (z. g. objectief passief) en tanggap na (z. g. oud-passief).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 218