OVEEZICHT VAN EENIGE TIJDSCHRIFTEN. [Jüni 1913. De Militaire Spectator. 1913 No 4. De reserve le luit. der Inf. Dr. M. van Haaften geeft een beschou wing over het in 1911 verschenen „Ontwerp voorschrift voor het Op tische seinen". Zal het seinen gemeen goed van velen worden, dan, zoo meent S., moet het voorschrift zich door eenvoudigheid kenmerken. Speciaal in Nederland, waar de manschappen maar kort onder de wa penen blijven, is zulks noodzakelijk. Slechts dan toch zullen de later onder de wapens geroepen verlofgangers in enkele dagen de vroeger verkregen vaardigheid in 't seinen op nieuw kunnen herwinnen. Daarom zou S. ook liever geen afzonderlijk voorschrift op 't seinen wenschen. Alle verkortingen, alle bijzonderheden, die maar eenigszins kunnen worden gemist, moeten weggelaten worden. Men make een een- voudigen, zoo doelmatig mogelijken sleutel en neme dien, met eenige onmisbare aanwijzigingen, op in het voorschrift op den velddienst of in Regl. Inf. II. In verband met de door S. aangegeven desiderata behandelt hij vervolgens de wijzigingen, die aan het bestaande stelsel dienen te worden aangebracht. Vestigen we nog in het bijzonder de aandacht op een artikel van den le Luit. der inf. van Slobbe, getiteld: „De samenwerking van in fanterie en infanteriemitrailleurs bij den aanval." S. begint met de verklaring, dat men van de mitrailleurs geen groote verwachtin gen mag koesteren als de samenwerking met de inf. in vredestijd niet herhaaldelijk en grondig wordt beoefend. Zeer terecht wijst S. er op, dat ongetwijfeld de mitrailleurs groote verliezen zullen kunnen toebrengen aan gesloten afdeelingen van de tegenpartij (soutiens en reserves), maar vraagt daarbij tevens of men mag verwachten, dat de verdediger zoodanige doelen, anders dan bij hooge uitzondering, zal aanbieden. De hoofdtaak van de infanterie mitrailleurs der aanvallers zal naar schrijvers meening dan ook zijn het bestrijden van dezelfde doelen, als waarop het vuur der aanvallende infanterie wordt gericht. Zeer uitvoerig staat de schrijver voorts nog stil bij de vraag in hoeverre de mitrailleurs over de eigen troepen zullen kunnen vuren. Ook deze kwestie blijkt practisch moeilijker te zijn, dan ze theoretisch wel lijkt. Blijven de mitrailleurs bij den aanval op 1000 M. van de stelling achter, dan. kunnen ze de aanvallende infanterie nog steunen tot deze op 300 M. van de stelling is. Met de infanterie oprukkende tot op kleinere afstanden is schieten over de eigen troepen uitgesloten. Ook het ondersteunen van den aanval door een opstelling op een vleugel zal bij een aan weerszijden aangeleunde afdeeling al spoedig onmogelijk worden. Vervolgens valt nog te wijzen op het vervolg van het artikel „Het Duitsche ontwerp veldpionierdienstvoorschrift 'voor alle wapens" van luit. W. Froger. In deze aflevering worden beschouwingen gege- 659

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 241