Mei 1913.] Een viervoudige buis voor eenheidsprojectielen elkaar gesprongen projectielen een gat geslagen van 60 bij 120 cM-, terwijl de afmetingen van de trechters aan de voorzijde 100 bij 190, aan de achterzijde 100 bij 194 cM. bedroegen. (Zie Fig-3) Zooals men ziet, werd door die twee treffers de muur zoo goed als bres geschoten en zou het verder opruimen of omwerpen van dien muur, blijkens de naar weerszijden door gaande, zware scheuren, gevoegelijk verder door andere troepen kunnen geschieden. Zonder vertraging werd op eene andere plaats van den muur een schot afgegeven. Het projectiel drong wel eenigs- zins in als volprojectiel, doch explodeerde onmiddellijk en had geen mijnwerking. De lange zwarte streepen op den muur wijzen op den weg, dien de gassen, enz. genomen hebben! (Zie Fig.4) Deze beelden spreken meer dan woorden en vellen druks! Aan de Infanterie om te overwegen of de artillerie in de toekomst bij voorkomende gevallen haar naar behooren kan steunen, uitgerust met een projectiel, dat wel G werking heeft, doch zonder vertraging. Ook werd op dienzelfden dag een schot afgegeven zonder vertragingop een op een afstand van 500 M. opgesteld schild, waarachter 8 houten figuurschijven. Het schild werd in stukken gescheurd, 3 figuurschijven werden totaal versplinterd en een door springstukken getroffen. Verder werden 5 schoten met GKT, lengtespreiding, op een afstand van 2500 M. afgegeven op een loopgraaf, waarin 12 staaDde en 13 zittende figuurschijven. Hiervan werden 2 schijven, elk door een vulkogel getroffen. In hoeverre die schijven buiten de loopgraaf zichtbaar waren, werd niet vermeld. Daarna werden op denzelfden afstand op datzelfde doel schoten afgegeven met GKT, breedtespreiding. Hierbij werden wederom 2 figuurschijven elk door een vulkogel getroffen en bovendien 3 figuurschijven elk door een scherf. 466

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 28