Beschouwingen over het Velddienstvoorschrift. [Mei 1913.
het tweede is zulks wel het'geval bij vredesmarschen, doch
zijn bij oorlogsmarschen de verband groepen met den staf
der G. S. vereenigd bij den gevechtstrein. Het ware dus wel
wenschelijk, dat beide voorschriften met elkander in overeen
stemming werden getracht.
Twijfel kan ook hestaan omtrent de plaats van de G. S.
(waarvan de staf volgens p. 269 V. V. bij den gevechts
trein van het bataljon marcheert), voor het geval deze
laatste gesplitst is. Is b.v.b. het bataljon over voorhoede
en hoofdmacht verdeeld, dan bevinden zich volgens V-V.
p. 200 (vgl. R. I. II 563) bij de beide gedeelten van het
bataljon evenredige deelen van den gevechtstreinDe vraag
rijst dan of de plaats der niet splitsbare deelen van dien
trein (d.z. de staf der G.S en de kreebrug) niet in het
marschbevel moet worden geregeld. Ik vermeen die vraag
ontkennend te moeten beantwoorden, omdat de colonnecom
mandant slechts in bijzondere gevallen zich met dergelijke
details behoort te bemoeien. Deze moet hij overlaten
aan den bataljonscommandant, die zich gewoonlijk zal
ophouden bij het sterkste gedeelte van het bataljon of,
zoo beide deelen even sterk zijn, bij de voorhoede,
terwijl de niet splitsbare gedeelten van den gevechtstrein
wel zullen worden ingedeeld bij die compagnieën, waarbij zich
de staf van het bataljon bevindt.
De V. S". behooren, zoowel volgens Y. Y. p. 211, als volgens
Y. M. G. D. (B. V.) p. 26 tot den algemeenen trein, welke
volgens Y. V. p. 202 als regel de hoofdmacht op een afstand
van 5—15 K. M. volgt, terwijl onder omstandigheden V. Sn.
of andere afdeelingen van dien algemeenen trein bij de hoofd
macht of de voorhoede kunnen worden ingedeeld, in welk
geval zij achter den gevechtstrein van de laatste troepen-
afdeeling der colonne (c. q. voorhoede) marcheeren. P. 63. van
het V. M. G. D. (B. V.)is hiermede niet in overeenstemming,
want volgens dit voorschrift is laatstgenoemd bijzonder geval
(dat de Y. Sn. achter den gevechtstrein van de laatste af-
deeling der colonne marcheereD) bij oorlogsmarschen regel.
449