De gemengde menages. Toen bekend werd, dat ook bij de veld-infanterie de gemengde compagnieën zouden worden ingevoerd, kwam o. m. ter sprake, op welke wijze daarbij menage zou moeten worden gevoerd. Aanvankelijk bestond het voornemen, de Europeanen en de Inlanders landaardsgewijs te vereenigen en de Amboineezen van de menage vrij te stellen, doch de daartegen ingebrachte bezwaren zijn blijkbaar zoo overwegend geweest, dat werd besloten elke compagnie afzonderlijk menage te doen voeren. Nu de gemengde menages een achttal maanden .bestaan, is het mogelijk te beoordeelen, of de invoering daarvan ten nadeele is gekomen van de voeding van den troep. Wij ves tigen er de aandacht op, dat dergelijke menages volstrekt geen nieuwigheid zijn, doch dat zij reeds voor tientallen jaren te vinden waren op de posten in de buitenbezittingen en zelfs in de groote garnizoenen aldaar, als b. v. te Koeta Radja. Bij het 2de Garnizoensbataljon heeft eene menage bestaan, waarvan de deelnemers behoorden tot de drie landaarden Europeanen, Amboineezen en Inlanders. De gemengde mena ges, welke wij op de buitenbezittingen gezien hebben, waren bepaald goed. Uit het vorenstaande blijkt reeds dat de practijk heeft ge leerd, dat de vereeniging van verschillende landaarden tot ééne menage niet noodzakelijk achteruitgang van de voeding moet mede brengen; nu echter stemmen opgaan, die verkondigen, dat na invoering van de gemengde comp. de voeding van den troep minder goed zou zijn dan toen de landaarden compagniesgewijze waren vereenigd, vermeenen wij goed te doen op deze zaak eens nader in te gaan. Tegen de gemengde menages bestaat een vooroordeel, om dat zij, voornamelijk bij de oprichting, meer moeite veroor zaken, dan de menages voor één landaard. 502

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 70