Mei 1913 De scherpschuttebspkoef
de mindere van den tegenstander zal zijn, beslist onvoldoende!
Toch zijn de eischen niet hoog.
sub 1. Bij de oude schietmethode was een snelvuur oefening
voor 2e klasse schutters As, die 16 schoten in de minuut
eischte en waaraan, zij het ook met eenige keeren struike
len, geredelijk voldaan werd.
Bij die methode stond alleen juistheid op den voorgrond;
wanneer de nieuwe methode nu van den beginne af hij die
juistheid nog snelheid gevorderd heeft, dan is de eisch van
15 schoten in de minuut toch niet te zwaar.
M. i zal het getal 15 voor de staande en knielende houding
zelfs opgevoerd moeten worden, eerst tot 17 of 18 en dan tot
20 maar, en dit zij met nadruk gezegd, de snelheid mag
niet ten koste van de juistheid opgevoerd worden; daarvoor
moeten de onderwijzers waken!
Kekent men voor 16X het geweer uit en in den aanslag
brengen 16 sec., voor 3X alsboven en het vullen van het
magazijn met een houder patronen 3X4=12 sec-5 dan blijven
er 32 sec. voor 20 schoten over, d.i. ruim 1.5 sec. per schot.
Tegenwoordig hebben verscheiden schutters dezen tijd niet
eens meer noodig voor hun gericht schot; de adspirant scherp
schutters moeten er dan door oefening zeker toe kunnen komen.
sub 2. Het waardeeringsgetal 210 was vastgesteld in de
verwachting, dat een tijd van 15 sec. en een aantal van 11
punten voor goede schutters gemiddelden zouden zijn.
De resultaten zijn met die verwachting vrij wel in overeen
stemming. Zelfs zou men, wat de tijd betreft, er uitkunnen aflei
den, dat 14 sec. nog een redelijke eisch is, d.i. dan 2 sec. per schot.
De vergelijking van de in Juli en December gemaakte tijden
doet zien, dat er een kleine vooruitgang merkbaar is; in Juli
was 14 sec., in December 13 sec. het culminatie punt inde
lijnen der tijden; terwijl de gemiddelden respectievelijk 13.74
en 13.55 sec. waren en het aantal schutters met den kortsten
tijd (9 sec.) van 1 tot 8 gestegen is.
Moge de statistiek van het volgende jaar uitwijzen, dat op
dezen weg is voortgegaan.
512