u
5ei onderaijs in
de sciiieikunsi
aan geoefende
miliiairen.
Na sedert eenige jaren onze nieuwe schietopleiding in
practijk is gebracht, moet het eenigszins verwondering wek
ken, dat meermalen er over geklaagd wordt, dat de aanslag
methode verkeerd begrepen en slecht onderwezen wordt.
De wenschelijkheid is geuit om meer studie te maken van
de psycho-physiologie, doch met de studie van deze wetenschap
verhoogt men m. i. de schietvaardigheid van den troep niet,
zij leidt hoogstens tot de slotsom, dat de schietopleiding moet
berusten op automatisme. In artikelen, die het erg druk
hebben over deze dokterskunde, komen de schrijvers tot zeer
gewaagde conclusies door vergelijking van het schieten met
andere automatische bewegingen fietsrijden, pianospelen,
biljarten enz. welke echter nimmer met de schiethandeling
in haar geheel kunnen worden vergeleken, wijl al deze bewe
gingen een grove juistheid behoeven en het schieten die
geweldige praecisie vordert, dat het geweer hoogstens enkele
seconden van een cirkelboog mag afwijken.
De nieuwe methode is zeer gemakkelijk te begrijpen; zij
staat duidelijk omschreven in het voorschrift, terwijl men
zich verder kan laven aan de uitgebreide literatuur over dit
vruchtbare onderwerp.
Maar de aanslag wordt dikwijls slecht onderwezen, dat is
zoo; altijd voor zoover ik dat heb kunnen waarnemen.
Het is daarom zaak aan te geven welke de hoofdfouten
zijn, die in de practijk van het onderwijs zijn binnen geslopen,
en den onderwijzers middelen aan de hand te doen om deze
fouten te vermijden.
Achtereenvolgens zal ik daarom de voornaamste fouten
aangeven, welke door de schutters worden gemaakt en de
middelen, welke naar mijn oordeel beslist moeten leiden tot
een grootere schietvaardigheid van de manschappen.
516