Het onderwijs in de sohietkunst [Mei 1913.
De hoofdfouten zijn:
le. weinig ambitie der schutters bij de voorbereidende
schietoefeningen
2e. allerlei fouten in den aanslag, zooals.
a) het niet voortdurend kijken naar het doel,
b) het niet richten van den korrel in de vaardighouding,
c) het niet „alleen" voorwaarts gaan van den korrel,
d) het niet stil houden van hoofd en armen.
Thans de middelen om deze fouten te vermijden.
1. allereerst is het van belang de klasse op commando te
laten werken. Dit is schijnbaar in strijd met den eisch van
individueel onderricht, doch later zal ik aantoonen, dat zulks
niet het geval is. Het voordeel er van is hierin gelegen, dat
de ambitie, welke voor de goede zaak noodig is, belangiijk
beinvloed wordt door den onderwijzer, bij wien de prikkel
aanwezig is om zijne klasse vooruit te helpen.
2. Laat men op commando werken, dan merkt men, dat door
de onderwijzers (na een aanslag) gecommandeerd wordt Af—
Aan! met groote snelheid achter elkaar. Dit heb ik ovem
zien gebeuren, en is waarschijnlijk een gevolg van eene te
overdreven toepassing van het beginsel om zoo veel mogelijk tijd
uit te sparen voor het richten. Ziehier een fout der onder
wijzers. Om den aanslag te leeren moet juist worden gecom
mandeerd Aan— Af! en dan moet even gewacht worden, want
nu moeten de verschillende zaken gecontroleerd worden, die
voorkomen op blz. 20 van het schietvoorschrift, waarvan de
voornaamste zijn:
a. dat het oog over den korrel vast op het doel gericht is
gebleven en het hoofd absoluut stil is gehouden;
b. dat aan den stand van het lichaam niets is veranderd.
Ik heb dit wat scherper omlijnd dan het schietvoorschrift
aangeeft, om de volgende redenen. Dat in de staande houding
het lichaamsgewicht naar achteren verpaatst moet woi den is
niet noodig en mi. zelfs ongewenscht, daar naar mijn oordeel
bij den aanslag alleen de armen mogen bewegen. Het over
brengen van het lichaamsgewicht naar achteren is vrijwel
517