Mei 1913.] Het onderwijs in de sohietkunst de meest logge beweging, welke men uit kan voeren en moet de fijnheid van den aanslag schaden. De houding van vaardig moet precies gelijk zijn aan de aanslaghouding met dit verschil, dat alleen het geweer met een snelle beweging naar beneden is gebracht. De korrel moet ter hoogte van het doel blijven; het juist wordt de beweging uitgevoerd door het linkeroog gesloten te houden en door met het rechteroog den korrel op het doel te richten, waarbij het hoofd naar rechts gebogen is. De aanslag moet toch gericht wezen! Men moet hiertoe werkelijk eerst den korrel richten, en dit gaat het best met één oog; het richten met beide oogeu is beslist minder goed. Misschien kan de houding van vaardig even goed worden aangenomen met twee oogen open, maar dan nog heeft het sluiten van het linkeroog de volgende niet te onderschatten voordeelen. a. Het is een uitnemend middel om den manschappen de groote beteekenis te doen gevoelen van de juiste houding van „vaardig". Deze vaardighouding is de voorbereiding tot den aanslag en wil de aanslag zoo juist mogelijk worden uit gevoerd, dan moet ook deze uitgangshouding zoo juist mogelijk zijn. Men mag haar niet verwaarloozen en dit is toch een algemeen voorkomende fout Het commandeereh van Af—Aan wijst erop, dat de onderwijzers de beteekenis dezer houding niet erkennen. b. Het is het meest krachtige middel om te komen tot een aanslag, waarbij alleen de armen bewegen. Dikwijls zag ik de fout begaan, dat na het maken van een aanslag het hoofd nog tegen de kolf gelegd moest worden en eerst op dat oogenblik de vizierlijn werd vastgelegd. Daarom moet reeds in de vaardighouding het linkeroog gesloten en het hoofd naar rechts gebogen worden. c. Het is een goed middel om den schutters te doen begrijpen, dat steeds alle aandacht op het doel gevestigd moet worden. d. Door uit deze houding van vaardig den aanslag te doen maken door het commandeeren van Aan! en kort daarna Af! (waarop eenigen tijd gewacht moet worden) wordt op eenvou- 518

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 88