dige en doeltreffende wijze verkregen, dat de man begrijpt,
dat hij dadelijk gericht moet afkomen.
e. Het is een goede oefening om het linkeroog te leeren
sluiten voor schutters, die hiermee last hebben.
Aan deze middelen ter bevordering van een zeer juisten
en snellen aanslag moet nog worden gevoegd veelvuldige en
vlijtige oefening.
Ongeveer 3000 aanslagen zijn over het algemeen voldoende
om deze beweging en de juiste houding van vaardig te leeren.
Rekent men op gemiddeld 150 aanslagen per ochtend, dan
heeft men door de bank gerekend voor dit gedeelte van de
opleiding ongeveer een maand noodig.
Nog eenige aanwijzingen voor het onderwijs zijn van belang.
3. Desnelheid van het „AanAfmoet geleidelijk worden
opgevoerd. Het geweer moet eerst 2 seconden in den schouder
blijven en deze tijd geleidelijk zoover verminderd worden, dat
men vrijweloogenblikkelijk achter elkaar „Aan—Af!" comman
deert, waarbij nog net tijd overblijft voor den onderwijzer,
die naast de klasse staat, om met één oogopslag te zien, dat
de korrel even stil wordt gehouden.
Geëischt moet worden, dat het geweer krachtig in den
schouder geslagen wordt. Sommige schutters zijn bevreesd
zich den rechterkaak te bezeeren bij het maken van zulk
een krachtigen aanslag en richten het hoofd op na het comman
do Af!, om het weer tegen den kolf te leggen, als de aanslag
reeds wederom gemaakt is. Men moet hier streng tegen waken
en deze fout is af te leeren door aanvankelijk minder snelheid
voor de aanslagbeweging te eischen van deze enkele schutters
en door den leerling te laten richten op laag gelegen doelen,
want dan moet de kolf hooger in den schouder komen. Het
is daarom, dat ik weinig waarde hecht aan de beteekenis van
het richttouw voor geoefende militairen; bovendien is dit touw
nimmer horizontaal te spannen voor een klasse met een
langen man op den eenen en een korten op den anderen vleugel.
Het gebruik van doelschijfjes is beter.
519
AAN GEOEFENDE MILITAIREN. [Mei 1913