Mei 1913]. Overzicht vrn eenige tijdschriften.
548
In het eerste tijdperk, na de 4e. week, minstens één keer per week.
Luit. Gorter geeft in verband daarmede een proeve van een pro
gram, zooals voor die oefeningen bij de Compagnie zou kunnen wor
den gevolgd.
Vermelden we voorts nog de navolgende artikelen:
„Toegepaste oefening voor de vestingartillerie," door Luit-Kol. W.
Vosmaer;
„De verzorging van het dienstpaard op marsch en gedurende de
oefeningen," door luit. J. J. M. de Waal;
„De wijziging van de landweerwet", door kap. van Dam van Isselt,
en „De opleiding van de inf. (met een grafiek)" door Luit. van den
Akker.
Stippen we ten slotte nog een paar punten aan uit de rubriek
„Kleine mededeelingen".
Onder het opschrift „Waarom steeds een officier als spitscomman-
dant?" wordt door luit. van Keulen een korte beschouwing gewijd
aan de taak van de spits, waaruit S. de conclusie trekt, dat de com
mandant van de spits steeds een officier moet zijn. De bepaling in
het Nederlandsche V. V., dat de spitscommandant zoo mogelijk een officier
moet zijn acht S. daarom verkeerd, (zie ons V. V. blz. 29 punt 3).
Mede vermeldenswaard is nog een korte beschouwing over „Onbe
voegd dragen van militaire uitrusting."
Een abonné van een Nederlandseh tijdschrift had de vraag gesteld,
of het dragen van militaire uitrusting, zonder militair te zijn, bij
eenig wettelijk voorschrift strafbaar was gesteld.
De redactie antwoordde daarop, dat haar een dergelijk voorschrift
niet bekend was.
In bedoelde beschouwing, overgenomen uit het Militair-Rechterlijk
Tijdschrift, lezen we echter een andere meening!
Deze komt neer op het volgende
le. De kleeding enz. is vastgesteld bij K. B.;
2e. Yolgens artikel 196 W. v. S. is strafbaar, hij, die op
zettelijk onderscheidingsteekenen draagt, behoorende tot een ambt, dat
hij niet bekleedt;
3e. Krachtens artikel 48 W. v. S. zijn militairen te beschouwen
als ambtenaren.
Het onderwerp is, nu overal de hoogst eenvoudige veldtenue wordt
ingevoerd, wel van belang.
Eén vraag zouden we willen stellen, n. 1. deze: is het dragen van
een uniform, door niet bevoegden, ook strafbaar, als die uniform niet
bij K. B. is vastgesteld?
De Militaire Spectotor 1913 No. 3.
„De tactische cursus aan de Hoogere Krijgsschool voor Officieren
van het Indische Leger" aldus luidt de titel van een kort opstel, on
derteekend „Practicus."