•Juni 1913.] De veldtocht in Thracië. hij van zijn centrale macht, het I leger, kon bestemmen om mee -te werken aan het tweede gedeelte van zijn plan, de bestorming van Kirk Kilisse. Bovendien zou het voordeelen opleveren, wanneer de Wes telijke Bulgaarsche troepen eerder dan de Oostelijke in een gevecht waren gewikkeld - terwijl, naar men hoopte de concentratie van het III leger succesvol verborgen was ge houden - want, hoe meer Turksche troepen rond Eirk Kilisse beïnvloed konden worden om naar het W. front te maken des te grooter werd de kans, dat zij dan hun rechterflank aan een plotselingen stoot uit het N. zouden blootstellen Dientengevolge ging het III leger evenals het I leger in het begin slechts langzaam vooruit en op den 21sten hadden de vooruitgeschoven afdeelingen van dit leger pas de grens beieikt, de midden-afdeeling gericht op Kaibilar. De Bulgaarsche cavalerie werd door ons het laatst vermeld op een voorposten-lijn ongeveer van Kaibilar tot aan de Zrte Z®\.TOeD het 111 Ie§eD d0°r eigen vooruitge schoven afdeelingen beveiligd, oprukte, werd de cavalerie van e beveiligende taak ontlast, kreeg zij bevel op den rechter- veugel te verzamelen en een verkenning in de richting van nanope uit te voeren. Van de 7 regimenten, waaruit de cavalerie divisie oorspronkelijk was samengesteld, werden er ans 2 bestemd als divisie-cavalerie voor het I en III leger De cavaleriedivisie telde dus nog 5 regimenten. De Tut ksche bewegingen. Al de biei boven genoemde Bulgaarsche bewegingen waren gebaseerd op de overwegingen, dat de Turken zouden doen wat in de gegeven omstandigheden het best was; voorloopig zich bepalen tot het strategisch defensief. Adrianopel en irk Kilisse zoo sterk mogelijk bevestigen en deze beide plaatsen „als golfbrekers tegen het invals gety" gebruiken Maar de Turken deden dat niet. Inplaats voordeel te trekken uit hun grensverdedigingen, de Bulgaren te dwingen hun hoofd te stooten tegen de 568

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 144