Beschrijüing uan een nerbeierde bepakking nan genees- en nerbandmiddelen noor patrouilles, excursies, enz. Korte Mededeelingen. [Juni 1913. Er bestaat toch wel degelijk kans, dat een der landaarden ten koste van den anderen wordt bevoordeeld. Klaagt Jan fuselier in de Locomotief en ook onder zijn makkers, dat hij ten behoeve van zijn bruinen krijgsmakker wordt benadeeld, naar onze meening bestaat er evenveel, zoo niet meer gevaar voor het omgekeerde. Zeer streng toezicht en zorgvuldige controle van korps- en compa gniescommandanten en van de officieren der compagnie zijn naar onze meening een eerste vereischte voor het richtig beheer van de gemeng de menages, terwijl ook het toezicht van den kapitein van de week op de verdeeling van hot eten van veel belang is. Een andere kwestie, waarover bij de gemengde menages wel eens mag worden gedacht is die van het varkensvleesch, dat voor de Mo hammedanen verboden kost is. Wel is waar zijn onze Inlandsche soldaten over het algemeen geen goede Mohammedanen en zijn tot dus verre te dien aanzien geen klachten in de compagnie luid gewor den, doch men vergete niet: de Inlander klaagt niet gaarne. Een goed Mohammedaan moet evenwel bezwaar hebben tegen het braden en koken van varkensvleesch in het vaatwerk, dat ook voor de bereiding van zijn eten wordt gebezigd. Indachtig aan den Br. Indischen opstand, die zooals bekend, ont stond door het gebruik van rundervet bij de geweer patronen, verdient de vraag overweging of niet tijdig elke steen des aanstoots behoort te worden verwijderd, al is het ook maar om een algemeene leuze tot het opwekken van ontevredenheid onder onze Inlandsche soldaten, die licht zoude pakken, onmogelijk te maken. Wellicht zou vermeerdering van het keukengerei per compagnie de kwestie afdoende kunnen oplossen. De slotconclusie, waartoe wij na zorgvuldige overweging van het bovenstaande zijn gekomen, is dat er geen aanleiding bestaat voor de bewering, dat bij de gemengde compagnieën de menage minder goed zou behoeven te zijn dan gedurende het vorige stelsel. Tot voor korten tijd werd aan de van Bandjerraasin vertrekkende patrouilles steeds een hoeveelheid genees- en verbandmiddelen mede gegeven, welke met het oog op den grooten hinder, die in de Zuider en Oosterafdeeling van Borneo van het overvloedige water werd ondervonden, steeds in petroleumblikken verpakt werden. De inhoud der bliken was altijd ongeveer constant en varieerde alleen een weinig naar speciale wenschen van patrouillecommandant rn medegaanden ziekenverpleger of -opzichter. Het aantal mede te geven gelijksoortige blikken was afhankelijk van den vermoedelijken duur der patrouille en van het aantal medetrekkende manschappen. Flesschen, potten en andere breekbare waar werden met de verbandstoffen zoo veilig mogelijk verpakt, hetgeen evenwel niet uitsloot dat onderweg breekage plaats had na het herhaaldelijk noodzakelijke ompakken. De wijze van ver pakking leverde evenwel een voortdurend ander bezwaar. Was n. 1. 641

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 221