5et dragen nan burgerkleeding door onderluitenanis.
Juni 1913.]
Kokte Mededeelingen.
zullen vinden. Het gemiddeld niveau zal aan velen vermoedelijk
de meesten een hooger, aan een kleiner aantal een lager pensioen
verzekeren, dan thans is bepaald.
Beheerscht ons dus de wensch om de wedeuwen - pensioenen genivel
leerd en het verschil tusscheu 600 en 1800 weggenomen te zien,
van de weezen onderstanden lijkt ons daarentegen de bestaande nivel
leering voor alle leeftijden niet rationeel Immers een kind gaat met
den leeftijd steeds meer kosten naar gelang het zich in de opvolgende
onderwijsperioden bevindt. Tot zijn 6e jaar kost het aan onderwijs
weinig of niets, dan vraagt het tot het 12de de uitgaven voor het
bezoek der lagere school, dan tot het 18e die voor H. B. S. of
gymnasium bezoek en tenslotte tot het 23e die voor het hooger onder
wijs. Deze maatstaf lijkt ons een zeer rationeele voor de toekenning
van een progressieven onderstand, die voor jongens en meisjes gelijk
behoort te zijn. Hierdoor bereikt men vanzelf en op billijker wijze,
dat de totale inkomst der weduwe van rijperen leeftijd, die gemiddeld
meer en oudere kinderen heeft te verzorgen dan hare jongere lotge-
noote, geëvenredigd is aan hare behoefte aan steun.
Gaarne hadden wij onze idee belicht met cijfers, maar aangezien de
gegevens ontbreken is het ons onmogelijk om, in verband met statis
tiek en finantieele draagkracht van het fonds, een norm voor pensioen
en onderstanden overeenkomstig ons voorgesteld beginsel te berekenen.
Deze studie zoude bovendien ook beter aan een wiskundige zijn toe
vertrouwd.
Moge onze stem weerklank vinden en een stoot geven tot radicale
wijziging van het reglement van ons weduwen- en weezenfonds. Dan
zal onze steun op rationeeler grondslag aan de meestbehoevenden, dat
zijn de kinderen, worden verleend en zullen bovendien de onbillijke
verschillen worden opgeheven, die een gevolg zijn van verschillende
promotiekansen der onderscheidene wapens en diensten.
Het Reglement op den I.D. heeft eenigen twijfel doen ontstaan om
trent de "vergunning tot het dragen van burgerkleeding door onder
luitenants.
Voor in het Reglement staat „Waar in dit reglement van officie
ren wordt gesproken, worden ook onderluitenants bedoeld. De art.
29, 55, 95, 125 en 161 zijn echter niet op de onderluitenants van
toepassing".
Nu staat art 143 officieren toe buiten dienst burgerkleedmg te dragen,
waaruit de gevolgtrekking zou kunnen worden gemaakt, dat ook on
derluitenants daaronder zijn begrepen.
Dat zulks echter geenszins de bedoeling is, blijkt duidelijk uit de
"Verzameling op de voorschriften betreffende kleeding en uitrusting
van het N. I. Leger afd. IV, II C „Het dragen van de kleine tenue
en het dragen van burgerkleeding".
Red.
652