Juli 1913.] De werkkring van deq officier bij een depop-bat. verwachten indringer en slechts enkele personen aan,, aller- höchste Stelle" stadig werken aan reorganisatie der verschillende wapens en diensten en aan herziening der reglementen, is het in de onderste lagen nog maar weinig doorgedrongen, dat er ook van die zijde zulk een groote kracht ten goede kan wor den aangewend. Wel zijn de officieren meermalen door groot tekort over kropt met werkzaamheden en doen zij werkelijk veel dienst, maar in den regel beperkt die dienst zich te veel tot het voorgeschrevene, tot hetgeen daags te voren in het dienst- boekje was vermeld en wordt de scheppingskracht, die in zoo velen sluimert, niet behoorlijk benut. In het bovenstaande gaf ik aan, hoe een depot-officier in dit op zicht veel goed kan stichten dooreen voortdurend vermeerderen van de capaciteiten van kader en soldaten, dus van zijn troep. Men zeide vroeger: de soldaat moet kunnen loopen en schieten, dat is voldoende, ook thans zijn dit nog de voornaamste eischen, doch er komen tal van andere bijhij moet dekking kunnen vinden in elk terrein, kunnen graven zelfs in liggende hou ding, kunnen zwemmen, seinen, afstandschatten, boomen klimmen (desnoods met behulp van klimsporen), ijzerdraad versperringen opruimen,handgranaten werpen, zich oriënteeren in het terrein, kaartlezen, zoo mogelijk ook telephoneeren en telegrafeeren. Men kan deze opgave overdreven noemen, zij is 't echter niet als men 't niet opvat als een eisch voor allen. We moe ten wél in deze richting werken; in de eerste plaats zullen de menschen met aanleg aan 't licht komen en daarvan wordt in de appellaten aanteekening gehouden; later ontstaat dan een wedijver, die ons leger zeker ten goede zal komen. Vooral bij de oefeningen ook bij de anders zoo vervelende marschoefeningen spreke men veel met de manschappen, dit moet den officier tot gewoonte worden om hen daardoor beter te leeren kennen, het te verhandelen onderwerp beter ingang te doen vinden en hun opmerkzaamheid gaande te houden, ook om zelf actief werkzaam te blijven. 678

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 10