Hoe moet men optreden onder Mitraieleurvucr enz. [Juli 1913.
en zal er voor de menschen niets anders overblijven, dan zich
direct te dekken.
Dit laatste moet natuurlijk geschieden met gebruikmaking
van het terrein ter plaatse; in open terrein kan dit slechts
door zich terstond neer te werpen.
Onder het mitrailleurvuur kan men nu nog slechts kruipend
verder vooruit komen.
Van iedere vuurpauze bij de mitrailleurs moet men echter
thans oogenblikkelijk gebruik maken om zoo snel mogelijk
(in ren) een niet te grooten sprong te doen, met kleine zeer
onregelmatig over de geheele linie aangewezen afdeelingen.
Goed gedekte en ijle tirailleur-liniën hebben van mitrailleur-
vuur weinig te duchten. (Groot munitie-verbruik en geringe
trefkans, vooral bij moeilijke en onnauwkeurige schatting of
meting van den afstand).
De achter de tirailleur-linie gesloten volgende ondersteu
ningstroepen trachten ook zoo lang mogelijk gesloten te blijven.
Binnen de 1500 M. echter zal dit, zóó er al geen art. vuur
is te verwachten, onder werkzaam mitrailleur-vuur niet meer
kunnen, zullen dus ook de ondersteuningstroepen zich moeten
oplossen en tot de verspreide orde moeten overgaan, zoo
noodig zich eveneens neerwerpen. Ook in den loop van het
gevecht oprukkende reserves, worden bij voorkeur door de
mitrailleurs onder vuur genomen on moeten dus met hun wijze
van oprukken, hiermede rekening houden.
Volgens berekeningen van den 2en Luitenant van Kesteren
in zijn stuk „Op welke doelen zullen de verdedigende mitrail
leurs moeten vuren?" I. M. T. No. 2, Februari '13, bladzijde
181 en 182, is de trefkans der mitrailleurs op afstanden van
1500 1000 M. op rechtop en gebukt voorwaartsgaande ti-
railleurliniën zóó groot, dat de aanvaller hoogstwaarschijnlijk
dergelijke groote doelen niet zal bieden, maar zal trachten
door dan hier, dan daar, met zeer kleine afdeelingen voorwaarts
te snellen en de sprongeD kort te maken, de vuurleiding te
qemoeilijken en de kans op uitwerking zoodanig te verminderen',
681