Een zoodanig gunstig geval zal zich voorden aanvaller slechts sporadisch voordoen, bijv. bij ontmoetingsgevechten, tijdens de uitbuiging der Mitrailleurs van den marschweg, ter berei king van een aangegeven stelling. B. De Sectie in batterij. Hierbij zijn de beide mitrailleurs afgeladen, de stukken zoo gedekt mogelijk, (bij ons) op 25 M. naast elkaar opgesteld, (in Duitschland op 17 pas). De paarden bevinden zich eveneens gedekt op 30 passen achter- en 10 passen zijwaarts van elk stuk. Natuurlijk hoeft men niet angstvallig vast te houden aan deze reglementaire afstandende getallen dienen voornamelijk om de gedachte te bepalen, terwijl de toestand van het terrein in het algemeen den doorslag geeft. De paarden moet men vooral op een veilige en gedekte plaats opstellen. Is dit namelijk niet het geval, zoo kan de aanvaller hen met groot succes onder vuur nemen en neerschieten, waardoor de mitrailleurs een groot deel van hunne beweegbaarheid en gevechtswaarde zullen verliezen. De stukken zijn bij oordeelkundige opstelling op middelbare afstanden zelfs met een kijker niet waar te nemen. De bedieningsmanschappen liggen vlak bij elk stuk, n.l. de richter en afvuurder (No 1) zit of ligt er vlak achter, de beide handlangers (No 2 en 3) liggen links en rechts naast het stuk en de beide munitiedragers (No 4 en 5) liggen op afstanden van elkaar tusschen het stuk en de munitiepaarden. De Sectie-Commandant is aan geen vaste plaats verbonden, doch ligt gewoonlijk met den man, die belast is met den afstandmeter, tusschen de beide stukken in. Zoowel mitrailleur als manschappen bieden een zeer klein doel en zijn dus voor den aanvaller moeilijk onder gericht vuur te nemen. G. De Sectie tijdens het in stelling-komenstelling-verlaten en van stelling-verwisselen. De stelling zal liefst zoodanig worden gekozen, dat geheel 683 WELKE WIJZE KAN MEN MITRAILL. HET BEST BESTRIJDEN? [Juli 1913.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 15