vleugel eener stelling of geheel zelfstandig optreden, dus nood zakelijk steeds een afzonderlijke Infanterie-dekking bij zich te hebben (als de Art.). In Balck lezen we: „In de oorlogen der Duitschers in Zuid- West Afrika bleek, dat vooral in bedekt terrein de bedienings manschappen zóó zeer met zich zelf bezig waren, dat de be scherming tegen verrassende aanvallen steeds door een af zonderlijke dekking van Infanterie moest worden over genomen". Voor de bestrijding van mitrailleurs gelden in het algemeen dezelfde hoofdregelen als voor den strijd tegen Artillerie. „Het mag worden aangenomen, dat op middelbare afstanden één sectie Infanterie (Balck spreekt van één Compagnie) vol doende is voor het tot zwijgen brengen van één mitrailleur, voorzoover deze sectie den strijd onder gunstige omstandig heden kan doorvoeren. Op korte afstanden zijn enkele goede schutters voldoende tot het met vrucht bestrijden van één mitrailleur. Waar de toestand het gedoogt, laat men daarom uitgezochte menschen de mitrailleurs besluipen om de bedienings manschappen neder te schieten". Over de bestrijding van Mitrailleurs lezen we in Balck o.a het volgende: „De bestrijding van Mitrailleurs regelt zich doelmatig naar de volgende grondbeginselen 1. De Infanterie moet het de Mitrailleur-afdeeling moeilijk maken de vurende schutters te ontdekken door te letten op kleur der omgeving (schaduw), en achtergrond. De menschen moeten, wanneer ze niet voorwaarts gaan, plat op den grond liggen; ook mogen de sectie- en groeps-commandanten niet recht-op blijven. De Infanterie moet ver blijven van voor werpen, die licht in 't oog vallen. 2. Verkenning (aanslagen) en afstandmeting (c.q. schat ting), bemoelijken. (Dus geen hooge doelen bieden, welke het afstandmeten vergemakkelijken). 685 WELKE WIJZE KAN MEN MITKAILL. HET BESTE BESTRIJDEN [Juli 1918.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 17