\)f De ueldiocbi in Thracië, (met 1 schelsceroolg ïtan bldz. 579). V. De opmarsch naar Tchafaldja. De slag bij Luie Burgas—Bunar Hissar eindigde op den Zuidelijken vleugel op 1 November, op den Noordelijken vleu gel op 2 November en op den avond van dezen dag waren de Bulgaarsche hoofdkwartieren te Yeno, waar drie dagen rust werd gehouden. De mislukking van de Bulgaarsche vervolging waar een hardnekkige achtervolging den oorlog misschien zou hebben beëindigd zal nog geruimen tijd een onderwerp voor de critiek blijven. In Bulgaarsche militaire kringen heeft de onvoldoende activiteit der cavalerie tijdens en na den slag eveneens zèèr de aandacht getrokken, doch men zal daar wel eerst de volledige bijzonderheden en rapporten afwach ten, alvorens een oordeel te vellen. Bovendien dient er aan herinnerd te worden, volgens den schrijver in de Times, dat de Bulgaarsche cavaierie-divisie op dat oogenblik waarschijnlijk uit niet meer dan 19 eska drons bestond 3.000 sabels of, bij het gevecht te voet,2000 karabijnen. Door onderschepte berichten wist men, dat 120.000 Turken aan den slag deelnamen en dat 50.000 Tur ken in reserve waren en bleven. Of nu een dergelijke, betrek kelijke kleine cavalerie-afdeeling, die bovendien door de mod dervlakte van hare bewegelijkheid beroofd was, al of niet beslissende resultaten had kunnen bereiken tegenover een terugtrekkend leger van tienduizenden, dat bovendien nog „ergens" een geheel intact Cavalerie-korps bezat, is moeilijk uit te maken. Het was een kwestie van wagen, waarbij echter winnen wel eens uitgesloten kon zijn. D 689 1) Noot van den bewerker. Men denke echter aan de schitterende achter volging van het nog geheel intacte gedeelte van het Oostenrijksclie leger, dat uit Uhn was ontsnapt en 20.000 man telde, door Murat met de divisie Dupont,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 23